De witte druif bedekte vanaf dit voorjaar als een steeds woestere Taliban-baard de gevel van de buurman. Nu ligt de baard als een berg groen op het trottoir. De druiven waren klein, maar smaakten uitstekend. Ik hoor de buurman onze groene container naast de voordeur pakken. Hij heeft het nooit gevraagd, hij doet het gewoon altijd zo. Ik ben ook bezig een baard te snoeien, maar dan binnen. Er is die kamer naast de voordeur, een soort voorportaal, waar dingen wel even kunnen staan, denk je. Nu gaan die dingen naar de kerk hier verderop in het winkelcentrum, daar is morgen bazaar. Ik zet mijn fiets buiten die vandaag mijn pakezel is. Eerst hang ik één volle tas rechts aan het stuur, dan eentje links. De tassen kreeg ik een tijd geleden van de visboer met reclame erop voor de nieuwe viszaak in het winkelcentrum aan de andere kant van de wijk. Het zijn handige tassen met stevige hengsels. De smalle hoge fotolijsten zet ik links en rechts in de fietstassen, er is nog net plek voor de speelgoed junglehoed en de Franse gaatjespet. Ondertussen knipt de buurman de groene berg boven onze container klein. Zijn dove oren zien me niet, dat doet hij pas als hij zich omdraait. Hij bekijkt mijn pakezel. ‘Verhuizing?’ ‘Bazaar,’ zeg ik. ‘Ah, rommel dus.’ ‘Wist je dat de Boerenleenbank door paters is opgericht?’ Iedere maandagochtend helpt de buurman twee oude boeren in het Landbouwmuseum op Tiengemeten met het ordenen van het archief. ‘Wijze mannen, ik leer veel van ze.’ Hij vergeet elke keer dat ik daar vlakbij geboren ben op een boerderij, maar nu hij het weer weet zegt hij dat hij de twee prachtige geschiedenisboeken over de Hoeksche Waard eens mee zal brengen. Ik bedenk dat ik best een keertje met hem mee wil, op maandagochtend naar die wijze mannen. Maar liever niet in zijn auto met hem achter het stuur. Eerst maar eens deze spullen wegbrengen. Ik dirigeer mijn pakezel drie keer naar de kerk. Als ik na de derde keer thuiskom, staat de groene container weer naast de voordeur. Morgen zal ik in het winkelcentrum een vrouw zien lopen met mijn gaatjespet op haar lange koperen haren. Hij staat haar goed.