Veegdoos

Ergens in een krant las ik over een vrouw die tevergeefs bij een bushalte stond te wachten op een stakende buschauffeur en ten einde raad haar duim opstak. De langsrijdende columnist stopte en kreeg de aansporing snel naar het station te rijden waar de kleindochter van de vrouw wachtte. Had ze haar kleindochter al gebeld? Nee, zei ze, ze hield er niet van, die moderne veegdozen. Mooi woord. Toen ik de krant uit had, pakte ik de post van de vloer naast de voordeur. Er zat een ansichtkaart bij. Toen ik klein was, keek ik in de zomer uit naar die binnenkomende beelden van ver weg. Met plakband hingen we ze op de tegels van de schoorsteen boven de gaskachel in de woonkamer. Op deze ansichtkaart een foto van de Vesuvius, uit de lucht genomen. Mijn allereerste spreekbeurt ging over vulkanen. Het was de tijd dat je bij Albert Heijn kon sparen voor de serie Piepklein: 32 wist-je-dat-boekjes van zeven bij vijf centimeter. Vlinders, Mode, Wereldwonderen, Rare schepen. En vulkanen dus. De voorkant van het piepkleine boekje was uitgevoerd in een geel, oranje, roze, rood spuitende vulkaan tegen een donkerblauwe lucht met zwarte wolken. Het was de spannendste voorkant van de reeks, niet eens vanwege dat vuur, maar vanwege de kleurencombinatie. Ik leerde dat er vijf typen vulkanen zijn. Het Vesuvius-type is er een van. Die boekjes zijn verloren gegaan, maar een paar jaar geleden vond ik een complete reeks in de originele verzamelmap op Marktplaats. Ik pakte de ansichtkaart, bekeek de conische berg met zijn gapende bek. Diagonaal over de vulkaanwand slingerde een weg. Tenminste: ik dacht dat het een weg was. Het was niet meer dan een wit draadje. Ik drukte mijn wijsvinger tegen mijn duim, bracht de vingers naar de kaart en duwde mijn duim en wijsvinger van elkaar. Veegdoos!

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.