Een van de keukenkastjes heeft glazen deuren en een binnenwerk van twee glasplaten. Het zat er al toen we dit huis betrokken. Ik heb er het servies ingezet dat ik van mijn opa kreeg toen hij verhuisde naar zijn verpleeghuiskamer. Omdat de leesclub kwam en ik mooi wilde uitpakken klom ik op een stoel om twee dekschalen te pakken. De kleinste liet zich makkelijk wegnemen, bij de grote schoof de punt van het deksel langs het glas van de bovenliggende plank. Toen ik de schaal los had en de lichte buiging in de bovenste plank zag, schoof ik de schaal subiet terug. Ik nam een andere schaal, we aten feestelijk, bespraken het matige boek en daarna nog heel veel kwesties en nadat ik in bed had geluisterd naar Arnon Grunberg in het radioprogramma Nooit meer slapen, schoot het kastje met de glasplaten weer in mijn gedachten. Nu ik wist hoe het bovenste glas leunde op de punt van het deksel, zag ik alleen nog maar krachten die op elkaar inwerkten. Door te schuiven en een dekschaal weg te nemen (en weer terug te plaatsen) was de status quo doorbroken, de spanning iets veranderd en bestond een reële kans dat de boel met oorlogslawaai naar beneden zou komen. Want dat was wat er ging gebeuren. De bovenste plank met de platte schalen, de sauskommen, de zes porseleinen kop-en-schotels en het fijne glaswerk zou onder invloed van de veranderingen knappen, waarna het gebroken glas inclusief alle serviesgoed op de dekschalen eronder zouden storten, waarna ook de tweede glasplaat zou bezwijken en inmiddels twee planken servies met nog meer geweld terecht zouden komen op de negentien grote, veertien diepe en achttien kleine borden daaronder. De glazen deuren zouden als vanzelf opengaan, waarna de kastinhoud vanaf een hoogte van 1 meter 60 eerst op het natuurstenen aanrechtblad zou vallen en daarna verder op de travertin vloer. En vervolgens zou de krachtenverstoring zijn uitwerking niet missen op de hele rij bovenkastjes. Hoe vaak had ik al niet gedacht hoe dat toch kon: een lange rij keukenkastjes die aan een paar muurhaken en verder in het luchtledige hele serviezen en voedselvoorraden torsten? De hele gedachte was absurd. Het serviesgoed stond zoals het al jaren had gestaan. Ik dacht aan de psychiater Jan Swinkels die een uur of wat geleden in het tv-programma Pauw naar aanleiding van het boek van Astrid Holleeder zei: ‘We weten niet of het terecht is dat zij doodsbang is voor haar broer.’ En ik dacht aan Grunberg die daar ook al aan tafel zat (en een paar minuten later in Nooit meer slapen, wat de vraag opwierp of Pauw eerder opgenomen was, of Nooit meer slapen, of dat de studio’s gewoon vlakbij elkaar liggen). Grunberg zei: ‘We hebben allemaal neuroses.’ Maar het hielp allemaal niks. Ik kreeg het monster niet getemd. Daarom stond ik op, ging naar de keuken, pakte een stoel, ging erop staan en ruimde de bovenste glasplaat leeg. Daarna viel ik vlot in slaap.