Zwemmen (2)

bladToen ik alweer lag op te drogen in de avondzon zag ik de vrouw met de witte haren het strandje oplopen. Eigenlijk herkende ik haar nog meer aan de zandkleurige korte broek en het mouwloze, blauwgroene sportshirt dat ze gisteren ook droeg. Ze zette haar appelgroene tas op het zand, trok de broek en het shirt uit, legde die over de tas, liep naar het water en trok daar haar zwemschoentjes aan. Haar lichaam verried een sportief leven, dat had ik gisteren ook al gezien. Natuurlijk had haar huid in de zeven decennia die ik haar schatte aan elasticiteit verloren, maar haar dijen hadden nooit overtollig vet gedragen, dat was ook zonneklaar. Misschien trok ze hier wel alle dagen haar baantjes, zomer én winter. Deze keer maakte ze niet eerst haar armen nat, ze liep gewoon door, tilde de gele ballenlijn op, liep nog een stukje verder en vlijde zich toen in het water. Ze keek om, de avondzon scheen in haar gezicht, ze deed een hand boven haar ogen, kwam weer onder de ballenlijn door. Ik denk dat ze haar tas zocht. Toen ze die had gelokaliseerd, keerde ze weer om en zwom haar banen. Thuis hing ik het badlaken over het springtouw in de tuin. De eerste bladeren van de amberboom beginnen al rood te kleuren, de eerste bladeren liggen al op de tegels.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.