Verlaat

rotteIk dacht: globalisering is een dik pak van tien labels met fabricagegegevens en wasinstructies in zestig talen aan de binnenkant van een shirt. Het kriebelde in mijn zij tijdens het hardlopen langs Oud Verlaat. Of moest ik zeggen: dóór Oud Verlaat? Helga Ruebsamen had hier ondergedoken gezeten. Dat wist ik niet, en dankzij Maarten – die ik vrijdag ontmoette – wel. Ruebsamen had erover geschreven in Het lied en de waarheid. Zo wist Maarten het. Hij stuurde me een Google Boeken-linkje, hoofdstuk 19, schreef hij. ‘Het huis in de diepte, de tuin met bloemen, daarachter de zwevende meren en de rivier. Links Oude Verlaat. Verderop Nieuwe Verlaat […] De kano’s, de roei- en de zeilboten, de aanlegsteigers, de winterverblijven. […] In het dorp oude mensen die geen mond opendoen. Op de dijk het huis met de herberg. Rieten stoelen en houten tafels, die op een terras bij het water staan.’ Ik rende langs het schooltje, de handvol huizen langs de dijk. Thuis zou ik de labels uit het shirt knippen. Toen ik hier nog maar pas woonde dacht ik dat Oud Verlaat alleen bestond als naam van de kroeg. De herberg op de dijk was nu een café dat met iedere dijkverhoging iets verder achter de dijk verdween. Het terras  lag niet meer aan het water maar direct voor het café en was nog altijd een pleisterplaats: niet meer doordeweeks voor de schippers die er tijdens het wachten voor de verlaat, wat een sluis is (dat weet ik nu ook) wat gebruikten, maar vooral in de weekeinden voor de wielrenners en fietsers die er hun inspanningen beloonden met appeltaart en bier. Dankzij Maarten en Ruebsamen keek ik met andere ogen. Kon ik hier onderduiken als het nodig was?

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.