Ordelijk

In de VPRO-gids schreef Arnon Grunberg dat zijn moeder hem had behoed voor een beugel door principieel tegen zowel de speen als duimen te zijn. Alhoewel ik geen harde getuigenissen heb, weet ik zeker dat ook mijn ouders tegen de speen en het duimen zouden zijn geweest áls wij daar een neiging toe hadden gehad. Toch behoedde het ons niet voor de beugel. Sterker. Mijn vader vond de beugel een vernuftige technische vinding: het bracht schots en scheve boeltjes keurig in het gelid. Al zijn kinderen leden aan iets meer tanden dan kaakruimte, maar alleen mijn broer en ik waren jong genoeg om opgenomen te worden in de beugelrevolutie die vlot ieder klaslokaal veroverde. Bij mij waren de hoektanden het euvel. Die kwamen als laatste, en zoals zo vaak was er voor de laatsten geen plek meer. Vier kiezen werden links, rechts, boven en onder geslachtofferd, de beugels gingen de kiezen naast de hoektanden vriendelijk doch dwingend verzoeken op te schuiven naar het ontstane gat, zodat de hoektanden zich keurig konden voegen. Behalve een typediploma was een rechte rij tanden een belangrijk instrument op de markt van welvaart en geluk, waarbij mijn vader vooral dacht aan de kansen om een partner aan de haak te slaan (voor mijn broer) en een ‘baan op kantoor’ te bemachtigen (voor mij). Het oog wil wat. Inmiddels is Nederland wereldwijd koploper op het gebied van modellen, dankzij die keurige tandenrij. Grunberg kreeg in New York voor 3000 dollar alsnog een beugel, iets met de verstandskiezen. Nu de jeugd opraakt, verovert de beugel de volwassenen die de dans zijn ontsprongen. Ook de tandarts kent een markt van welvaart en geluk.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.