(On)geloof

rotteIk had het water dat mijn stad haar naam had gegeven, nog nooit zo hoog zien staan hier bij de meren. Voor het eerst keek ik ernaar zoals Chinezen tijdens een eerste bezoek aan Nederland naar onze polders kijken: staand op een dijk met aan de ene kant water dat bijna reikt tot aan hun schoenzolen en aan de andere kant een zeker twee meter lager gelegen polder, die droog is. Ik was hier lang niet meer geweest. In de verte zag ik de gele meterborden van de roeibaan met Olympische allure, dichterbij de nieuw ingerichte natuur, tevens overloopgebied bij hoog water, waar een paar jaar geleden nog combines graan dorsten en aardappels hun laatste groeistuipen hadden. Ik had de laatste tijd veel gelezen over getijden, slibafzettingen, slikken, gorzen, inpoldering, op het water gewonnen vruchtbaar land dat na een periode van grote voorspoed door storm, vloed, extreme regenval en slecht dijkbeheer weer verviel aan het water. Een lange geschiedenis van hoop en doden. Mijn neef zou mij over drie dagen vertellen dat hij tijdens de watersnoodramp eerst naar een huis op de dijk was gegaan en toen naar een dorp verderop. Daar kwam het bericht dat een dijk dreigde door te breken en dan zou de hele polder met daarin het dorp waar mijn neef met zijn ouders en zusjes naartoe was geëvacueerd onderlopen. Toch waren zijn ouders na deze rampspoed niet naar hooggelegen arme zandgronden verhuisd. Mijn ouders ook niet. En ook ik fietste nu gewoon kalm naar huis.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.