Ik luisterde in de herhaling naar Lucas de Man in Kunststof Radio. Iedere tweede zin kon ik wel noteren, zoveel raaks zei deze jonge regisseur, schrijver, presentator, theatermaker. Op televisie maakte de NOS live een B-film met een door de traagheid van de werkelijkheid noodgedwongen dunne verhaallijn, gecompenseerd door een Mastroianni-achtige hoeveelheid figuranten en een continue stroom winnaars en verliezers: was het niet ten opzichte van de vorige keer dan wel ten opzichte van willekeurig welke verkiezing, dan wel ten opzichte van een inmiddels achterhaalde slag in de lucht van een uur geleden. Iedereen was een keer verliezer, iedereen een keer winnaar, een feest van gelijkschakeling. Ik had het geluid uitstaan. Lucas de Man zei: ‘Het grootste probleem van de mens is dat die geboren wordt, niet weet wat hij hier komt doen, toch een drang in zich heeft om dingen te willen begrijpen, en dan dood gaat.’ Over zijn zwaar gehandicapte broertje, die hij jarenlang had gedragen omdat het broertje niets zelf kon en die op achtjarige leeftijd ‘van dag één op dag twee gestopt was met leven’ zei hij: ‘Je miste het dragen, je had armpijn van niet te dragen.’ Op televisie wisselden de decors zich snel af, zoals dat tegenwoordig moet. Lucas de Man zei: ‘In een tijd waarin iedereen meningen heeft en we krampachtig op zoek zijn naar houvast, vind ik het heel fijn dat niemand de waarheid weet.’ Op televisie zeiden ze het niet, maar de slotscène van de B-film zagen we pas op 26 mei. En dan wisten we het nog niet.
Waarheid
Voeg toe aan je favorieten: Permalink.