Ik zag een jongen met rode wangen, een grote muts en een zwart t-shirt met korte mouwen over een blauw t-shirt met lange mouwen op een donkergrijze joggingbroek wachten tot het licht groen werd en hij verder kon rennen. Iets verderop fietste een jongen met blote enkels: korte sokjes in zijn nette zwarte schoenen, de pijpen van zijn nette spijkerbroek een stukje omgeslagen. Mode is lijden, had een kledingmodel mij ooit toevertrouwd. Bij het ziekenhuis vielen twee meisjes, de een in de bak op de voordrager, de ander opstappend, om met de fiets. Ik keek om, ze stonden weer, lachten. Ik had nagedacht over de gemeentelijke communicatiemevrouw, niet veel ouder dan de jonge mensen hier op straat, die de eerste melder van de wateroverlast een maand aan het lijntje had gehouden. Haar viel niks kwalijk te nemen. Ze was groot geworden in het tijdperk waarin politici Nederland een bv noemen en de gemeente een bedrijf. Een bedrijf heeft verdienmodellen. Tot het verdienmodel van een verzekeraar hoort bijvoorbeeld het standaard afwijzen van schadeclaims. Pas als een verzekerde protesteert, belandt zo’n schadeclaim op het bureau van een schadebehandelaar. Deze jonge gemeentevrouw had haar eigen verdienmodel ten behoeve van de bv nederland: één melding is geen melding. Ze was ons eigen product. We verdienden haar behandeling.