Ik zag de legen handen van de Jeugdjournaal-jongen, hij kneep ze dicht, maakte ze weer open en daar lag een euro. Een goocheltruc. Een economiejournaliste zei dat er in de computer van de ECB gewoon iets werd veranderd, iets met elf miljard en dan was er plotseling elf miljard euro meer. Door uit het niets extra geld te maken willen ze landen helpen die in de problemen zitten, zei ze. Portugal, Spanje, Italië en Griekenland kleurden oranje. Door de geldontwaarding waar die goocheltruc van elf miljard voor zorgde, werden die schulden vanzelf minder waard. Een soort goededoelenactie, concludeerde het Jeugdjournaal. Het was grappig om daarna het Achtuurjournaal te bekijken. Daar was die elf miljard er gewoon plotseling, out of the blue. Via pompen ging het naar de banken, en dan was er de hoop dat die dat gingen uitlenen aan bedrijven en aan ons: om ons weer aan het consumeren te krijgen, waardoor de economie weer ging draaien. Wij, die burgers, hadden onszelf allang op de krimpmodus gezet en beleefden aan al dat ruilen en iets voor elkaar doen nog aardigheid ook. Maar naar ons was geen camera gestuurd. Echt geld, riep Arjan Noorlander vanuit een guur Brussel, een ultieme poging om een nieuwe crisis te voorkomen. In de VS en Engeland was het gelukt, zei hij, maar of het in Europa ging werken? Over Japan zei hij niks, volgens het Jeugdjournaal was het daar mislukt. Ondertussen gaven Europese bankiers hun secretaresses massaal opdracht om sigaren en whisky naar hun maatje Mario Draghi te sturen en sloegen ze hun knieën bijkans kapot van het lachen. Die gingen dat gratis geld echt niet uitlenen, die hielden dat achter de hand, mocht hun lobby tegen het verhogen van hun buffers van drie naar vier procent mislukken. Dan schoven ze dit ECB-buffertje moeiteloos hun balans op. Maar helaas waren er ook geen camera’s naar de burelen van bankdirecteuren gestuurd.