Onderweg

metroIk zag pas dat de tram een kaartjesautomaat had toen er een jongen voor ging staan. Hij las het scherm, drukte op de knop rechtsboven, wachtte, duwde een euro vanuit zijn handpalm naar zijn duim en wijsvinger en toen in de gleuf. De euro rolde zonder weerstand door het apparaat. De jongen pakte de munt uit de bak, herhaalde alle handelingen. Zelfde resultaat. Hij gaf op. Twee haltes later probeerde een vrouw het, niemand zei wat, en weer iets later een man. Ook zij gaven na twee keer op. We geloofden in apparaten, maar niet tegen elke prijs. Een dag later maakte de metro een noodstop. Ze hadden iets gezegd over ondeugdelijk materieel, maar soms vergaten bestuurders ook wel eens waar het perron eindigde. Ik zat dwars op de rijrichting tegen het glas, waar ik stevig tegenaan werd gedrukt, andere mensen zag ik flink schuiven. Een halte verder bleef de metro stilstaan, een jonge knul hing zenuwachtig in de deuropening, kletste opgewonden met een langslopende mattie, zei tegen niemand in het bijzonder dat dit fucking lang ging duren. Ik vroeg wat er aan de hand was. ‘Die noodstop net,’ zei hij, ‘een vrouw is onderuit gegaan en nou moet er een ambulance komen, maar denk je dat ze zo’n blunder gaan omroepen?’ Er werd inderdaad niks omgeroepen. Mijn twee jaar oudere broer was jarig. Zijn vorige leeftijd was een even getal, had nog iets jeugdigs, maar nu appte ik: tjee, we zijn geen kinderen meer. Mijn leven lang ben ik onderweg naar wat hij al is.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.