Bellen

124962112-bakeliet-telefoon-norm-1951-siemensIk had de afgelopen dagen veel instanties aan de lijn en ik wist inmiddels precies bij wie ik een plaatsnaam moest roepen waarna een stem zei dat ik werd doorverbonden met een hele andere plaats, en bij wie ik de combinatie 1, 4, 3, 1 moest intoetsen en bij wie ik op een voorgeschreven manier een postcode moest ophoesten én daarna 2, 5, 1 intoetsen. Er was iets geks aan de hand. Terwijl in de trein en op straat en in de klas en op iedere werkplek zo’n beetje iedereen diep gebogen over zijn smartphone verbonden zat en liep te zijn met de halve wereld, met een geheugencapaciteit in de broekzak om desnoods tienduizend contacten op te slaan, zat de moderne werknemer onbereikbaar te zijn achter een middeleeuwse vestingmuur van één telefoonnummer. Iemand had bedacht dat één nummer anno 2014 handig was, alsof er nog een eenentwintigste eeuwse mens was die ook maar één telefoonnummer uit zijn hoofd kon oplepelen. Het best bijgebleven is mij Gerda. Gerda zei dat meneer Koek niet in haar systeem voorkwam. En daarmee had ik een probleem. Dat zei Gerda niet, maar dat proefde ik aan alles. Dit was een vrouw die de hele dag door sukkels aan de lijn kreeg met irrelevante problemen, foute vragen en namen en plaatsen en het was haar taak de noeste boevenvangers, die types als ik van hun werk trachtte te houden, te vrijwaren van dit geneuzel. Pas toen ik zei dat ik meneer Koek een uur geleden nog een hand had gegeven op het door mij genoemde bureau, brak er iets in Gerda. Ze ging bellen met het bureau, dan moesten ze daar maar de in haar systeem ontbrekende meneer Koek opsporen. Na een poosje wachten kreeg ik Gerda er weer aan. Op het bureau werd niet opgenomen. Ze zou meneer Koek een terugbelverzoek sturen. Via welk systeem Gerda dat ging doen, vroeg ik niet, maar meneer Koek belde terug.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.