Oorlog

imageIk liep om het kasteel van de ridder die op pelgrimstocht wilde, maar geen geld had. De bisschop van een paar dorpen verderop wilde het hem wel lenen. Kwam de ridder niet levend terug, dan was het kasteel voor de bisschop. De ridder keerde springlevend terug uit Jeruzalem. Toch eiste de bisschop zijn geld op, of het kasteel. Er volgde oorlog, het bisdom zat daarna met een zo goed als lege schatkist. Zo ging het dus ook al honderden jaren geleden: mensen geloofden graag in dingen die te mooi leken om waar te zijn, en als dat dan ook bleek, waren ze niet in staat hun verlies te nemen. Diep onder het kasteel en mij stroomde de grote rivier, die een paar honderd kilometer naar het westen ontspringt, daar waar ik als kind vaak geweest ben. Er waren in de dichtbeboste bergen twee dorpen die allebei de bron claimden te zijn en omdat ze er niet uitkwamen, begint de kilometertelling bij hoge uitzondering niet bij de bron maar bij de monding van deze rivier, acht landen en 2600 kilometer verderop. Als ik de rivier naar het oosten bleef volgen, kwam ik er vanzelf: in het land waar om we bijna in oorlog waren. Liep ik stevig door en maakte ik lange dagen, dan kon ik er over honderd dagen zijn, bij de brandhaard. Al had ik niet de illusie daar iets te kunnen doen. Eerlijk gezegd hoopte ik dat het dan alweer voorbij zou zijn, dat iedereen zijn verstand had terug gekregen en zijn trots aan de wilgen gehangen.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.