Ik hoorde wat vallen. M hoorde het ook. We gingen verder met onze websites, we speurden op onze dashboards naar waar we de header konden veranderen, en de afbeelding. De kleine zelfstandige moet van alle markten thuis zijn. Later zaten we in de tuin, gewoon midden op de dag, dat was ook zo’n markt die was weggelegd voor kleine zelfstandigen. M volgde de blik van poes, die eindigde op het smalle randje van de buitenmuur, net onder de dakgoot. Zwaluwtjes, riep M. Een heel nest. Ik zag het ook. Kleine vogels die af en aan vlogen naar een asgrijs bouwsel, waar vanwege dat vele in- en uitvliegen waarschijnlijk kleine stukjes vanaf brokkelden, die neerkwamen op de doorzichtige golfplaat van de aanbouw; dat hadden we gehoord. Ik dacht weer aan die zwaluwen en dat M direct had gezien dat het zwaluwen waren, misschien omdat haar vader vroeger een voilière had?, ik zou eerst het bruggetje via de houtverbinding, een zwaluwstaart, nodig hebben gehad, toen ik in Willem Jan Ottens De wijde blik las over fitissen, heel veel fitissen die zongen. Ook fitissen zou ik niet herkennen. De ik-persoon in het boek is met een vrouw, niet de zijne, maar voor nu even wel, hij wil dingen van haar weten, en realiseert zich ook dat ze dat tot nu toe altijd hebben weten te vermijden, zulke vragen, om geen paar te worden: mensen die voor elkaar gaan bedenken wat de ander denkt. Toen ik weer mijn eigen straat in liep en daar een knul van de rioleringsjongens met blote bast een kruiwagen zag volscheppen met zand, ik zei hoi, hij zei hoi terug, zonder moeite, dacht ik aan de hond van M en hoe haar lichaam na de wandeling waanzinnig snel op en neer was gegaan met veel diep gehijg, en daarna even helemaal niks, en hoe M haar voetzooltjes met koel nat had afgenomen, en dat allemaal om de warmte af te voeren. Heel even dacht dat ik dat ze doodging. Ik wist weinig van beesten.
Vlucht
Voeg toe aan je favorieten: Permalink.