Pijn

buitengeluidenIk zag een tijdlang iedere week ‘a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z / ooit van een letter geschrokken?’ maar de laatste tijd kwam er een andere wagen onze vuilnisbakken legen, iets met bloei en bomen, ik had de dichtregel niet onthouden. Ik wil iets doen met die dichtregels in mijn roman en daarom zocht ik naar zoveel mogelijk regels. Op internet vond ik een lijst in pdf en een handvol foto’s van vuilniswagenflanken. En dan was er vorig jaar een bundel uitgebracht vanwege de vijfentwintigste verjaardag van de samenwerking tussen Poetry International en Roteb. Vijftig gedichten die een paar regels hadden uitgeleend aan de vuilniswagens. Snoek op de Meent had net weer een stapeltje binnengekregen. De dichtbundel in oblong-formaat zat toepasselijk in een zwart vuilniszakje. Ik ontdekte dat Roteb niet meer bestond, na 137 jaar was het samen met Gemeentewerken en Stadstoezicht opgegaan in de dienst Stadsbeheer. Ik dacht aan de wagens in mijn straat. Daarop stond al een tijdje het logo van mijn stad, niet meer dat van Roteb. Het had pijn gedaan om de letters Roteb van het dak te halen, las ik. De mens hield niet van verandering, het kostte tijd voor de nieuwe naam door de strot zou glijden, en toen waren ze op het idee gekomen een dichtregel op de gevel te zetten. Roteb eraf, ‘Steden schuilen niet wanneer het regent’ erop. Dat had de pijn verzacht. De poëzie van de vuilniswagens zou zich bovendien uitbreiden naar alle wagens die onder het nieuwe Stadsbeheer vielen. Het was bijna acht uur, ik keek tv, de journaallezer zei dat heel Nederland op 4 mei twee minuten stil is en de vlag half stok hangt. Ik was stil, de jongetjes die tien minuten geleden nog joelden en renden waren weg, de vlag hing niet halfstok, we hadden geen vlag, ik keek door de open deur naar buiten, naar hoe mijn buren het deden, ik zag bij de overburen rechts de vlag half stok hangen en de overbuurman met een baret saluerend eronder. Ik kende mijn overbuurman van de schipperspetten, de baret was nieuw. Ik keek afwisselend naar de stilte op de Dam en naar mijn saluerende buurman. Toen de stilte voorbij was en het volkslied gezongen ging de buurman naar binnen.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.