Ik luisterde via de televisie naar Erwin Mortier. Hij was bij Kunststof-radio vanwege zijn nieuwste roman De spiegelingen. Als ik een Vlaamse schrijver hoor, kan ik niet stoppen te luisteren naar zijn taalgymnastiek. Ik vermoed een geheime school, waar alle Vlaamse schrijvers gekneed worden, waarna zij een oneindig arsenaal van de beste woorden tot spannende zinnen rijgen die alleen al voor het oor een overdadig feest zijn. Ik hoef de zin niet eens te begrijpen, de taal alleen al kietelt hamer, aambeeld, stijgbeugel, masseert als de gevoeligste vingertoppen mijn slakkenhuis tussen gehoorgang en gehoorzenuw. Laat ik dan ook nog de betekenis tot mij doordringen, dan kan ik slechts mijn hoofd buigen voor hun inzichten en virtuositeit op literair én essayistisch gebied. Terwijl ik luisterde, keek ik achterom, naar de boekenkast. Ik stond op en viste vanachter een stapel opera-cd’s Mortiers Godenslaap van de plank. Met potlood had ik 14 oktober 2010 voorin geschreven, in mijn herinnering had ik het op aanraden van iemand van de schrijfcursus in Rotterdam gekocht. Ik las de eerste zin, ik herinnerde mij die, ik had een kort begin gemaakt, maar uitgelezen had ik het boek zeker niet. De kaft telde twee stickers: Winnaar Ako Literatuurprijs en NS Publieksprijs. Nergens een foto van de auteur. Aan de hand van zijn stem had ik een beeld gevormd. Zou ik straks de laptop pakken en hem googlen? Soms moest je iets laten. Gisteren had ik een tompouce besteld, als toetje. En tompouce in een restaurant kom je niet vaak tegen. Ik bestelde de tompouce omdat hij me deed denken aan bakker Voordijk op de dijk in Oud-Beijerland, waar ik met mijn moeder het gesorteerde gebak haalde voor de verjaardagen. Ik koos mee en zorgde altijd dat er voldoende tompoucen in de sortering zaten. Toen ik studeerde at ik voor het eerst een andere tompouce, van de Hema. Behalve dat de bovenkant roze was, en niet wit zoals bij Voordijk, was de pudding veel te slagromerig. Ik at nooit meer een tompouce zoals van Voordijk. R zei, toen ik hem dit allemaal vertelde, dat ik niet in de verleiding moest komen ooit nog een tompouce bij Voordijk te gaan halen. Het kon deze fantastische illusie en ideale smaakherinnering alleen maar kapotmaken. De tompouce in het restaurant had een roze bovenkant, maar de gele vulling was oké. En omdat ik het gisteren had aangedurfd met de tompouce durfde ik het aan om Erwin Mortier te googlen. Ik ontdekte dat hij op dezelfde dag jarig is als ik, vier jaar ouder.