Kalf

object353_1Ik ging zitten, het was niet druk in de tram, ik zette mijn tas op de plek naast me, zelf ging ik aan het gangpad zitten. Ik kijk graag door de voorruit naar de verlichte stad. Heel even schrok ik, ik dacht dat ik iets vergeten was, ik keek in mijn rugzak, maar ik was niks vergeten. Bij mijn knie die het dichtst bij het gangpad was, voelde ik iets warms en nats, toen ik opkeek, zag ik een glanzende bruingrijze kortharige bontjas langs mijn lijf glijden ter hoogte van mijn bovenarm. De bontjas had vier poten. Vroeger noemde ik zo’n hond een kalf en was ik er heel bang voor. De vrouw die het kalf aan een geelbruine riem vasthield, ging helemaal voorin zitten. Een andere vrouw die daar stond, duwde zich langs de metalen stangen naar achteren, ze mompelde iets over meer ruimte. Ik dacht: die is bang voor die hond. Mensen die zulke honden bezitten, kunnen dat nooit begrijpen. De hond ging liggen. Niemand kon er meer langs. Bij de volgende halte stapte een oudere man in. Hij had niet één, maar zeker vier voetballen op zijn buik. Er was een vrouw bij met geblondeerd haar. Het was geknipt zoals ik mijn haar eind jaren tachtig droeg en sommige voetballers tot in de jaren negentig: kort bovenop en een flinke mat in de nek. De man liep zo ver mogelijk naar voren, gebaarde zijn vrouw bij het raam te gaan zitten en schoof toen naast haar. De hond ging staan, de man klopte op het achterlijf van de hond. Die keek loom naar buiten. De vrouw van de hond pakte zijn bek, die hier en daar glinsterde en me aan Fred Flintstone deed denken, en kneep erin. De man met de enorme buik zei: mijn buurman had er ook zo een. Hij bleef maar kloppen op de achterkant. De vrouw van de hond zei tegen de bek die ze heen en weer schudde: dat vind je lekker he? De hond gaf geen sjoege. Ik vroeg mij af of de vrouw dat ook tegen haar kind zou zeggen of tegen haar vriend als de man zo op de achterkant van dat kind of die vriend had geklopt. We naderden het station. Ik liet de voorste tramdeur, die het dichtst bij de stationshal was en waar ik me anders altijd opstelde, voor wat die was. Mijn knie was weer droog. Ik had nog twee minuten.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.