Chaos

object531Ik liep naar de groenteboer. Ik had zo lang mogelijk gewacht. Buiten was een pan waar ik sissend in gleed. Ik hinkstapsprong onder bomen en langs gebouwen. Bij de groenteboer was het aangenaam koel. ‘Jullie arbeidsomstandigheden zijn goed,’ zei ik. De blonde vrouw die er altijd op deze dag is, haalde mijn groentetas uit de koeling. ‘Hij weegt niet veel deze week,’ zei ze. Ik zag broccoli, radijsjes, paksoi, rode puntpaprika en venkel. ‘Misschien verliezen groenten bij dit weer ook vocht,’ opperde ik. ‘Je hebt zeker te veel zon op je hoofd gehad,’ zei de groenteboer. Ik was begonnen in het eerste boek van Patrick Modiano. Hij schreef het eind jaren zestig. Volgens Jan Brokken leer je van Modiano hoe je met melancholie moet omgaan. En ook: hoe zinnen vloeien als het water in de Seine. ‘Lees Modiano’, zei Arnon Grunberg ergens, ‘en merk dat uw zinnen niet simpel genoeg kunnen zijn.’ Het boek heette De plaats van de ster en was niet dik. Ik zou het vandaag nog uitlezen. Het leek chaotisch. De hoofdpersoon wordt een paar maal doodgeschoten, en leeft dan weer gewoon verder. Gebeurtenissen na de oorlog gaan moeiteloos vooraf aan die van voor de oorlog. Het deed me denken aan hoe het in mijn hoofd gaat. Misschien wel in ieders hoofd. Dat hoofd springt moeiteloos van hot naar her, heeft geen continuïteit of chronologie nodig. Of maakt die zelf. Het was goed dat Modiano me daaraan herinnerde. Ik bestelde een pond kersen. Ik had geen haast. ‘Hier,’ zei de groenteboer. Hij gooide een stuk gember in mijn tas. Het was bijna sluitingstijd. ‘Eet je wel eens zoete aardappel?’ Ik knikte. Ook die verdween in mijn tas. Hij hield twee rode Madame Jeanettes voor mijn neus. ‘Hou je van pittig?’ ‘Ik blijf hier nog even staan,’ zei ik tegen de blonde mevrouw. ‘s Avonds at ik een pittige curry.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.