Marijke de Vries en Birte Schohuis schreven een boek over tobbende twintigers: De wereld aan je voeten. Tobbende twintigers zijn van alle tijden, maar wat de huidige generatie volgens de auteurs anders maakt is de hoge druk om jezelf te profileren en het overal voorhanden zijn van podia voor die zelfpromotie, zoals Facebook. Twintig jaar lang zijn ze bezig zich uniek en bijzonder voor te doen en alles tot succes en feest op te poetsen (aangemoedigd door ouders die ze als enige opdracht meegeven gelukkig te worden), en dan blijkt de realiteit plotseling een hele andere. Dat ondervinden ze als ze aan het werk gaan. Niemand blijkt op die unieke jongelui te zitten wachten. En als ze al een baantje bemachtigen, is dat meestentijds saai met regelmatig een uitbrander van een baas, omdat daar een afspraak gewoon een afspraak is waarover niet te onderhandelen valt.
Onze inwonende studente van net 21 belde van de week om de huur op te zeggen. Per onmiddellijk. Per 1 maart bedoel je zeker?, vroeg ik nog. Nergens in het echte leven kun je per onmiddellijk een contract opzeggen en voor haar voorbereiding op het echte leven was het dus onverantwoord wat ik deed, maar ik zei dat het goed was. Ze zou woensdag haar spullen komen inpakken en die avond of de volgende dag zou een vriend met een aanhanger komen.
Ik zou hamburgers kunnen bakken, dacht ik, of biefstuk met friet, als de jongelui hier tussen de dozen aan het werk waren. Je moet zo’n periode van ruim drie jaar op kamers wonen toch feestelijk afsluiten. En komend weekend zou ik al wat kunnen klussen in de lege kamer.
Maar wat er ook gebeurde, taal nog teken van de jonge twintiger.
Toen werd het vrijdag 1 maart. Contract opgezegd is contract opgezegd, dachten wij toen we ‘s avonds bij de containers van Albert Heijn een magere man zagen rondscharrelen. Ons besluit was snel genomen.
De man is dik tevreden met zijn onderkomen en dat het maar voor even is, vindt hij geen probleem. ‘Volgende week begint de lente, mevrouw, meneer,’ lachte hij zijn tandeloze mond bloot. De badkamer mijdt hij (‘de mens is geen vis’) en aan een gezonde maaltijd in onze keuken heeft hij zich ook nog niet gewaagd. We maken ons overigens geen zorgen. De kamer is een koolhydratenparadijs van chips, koeken, snoep, chocola, fris- en sterke drank.
Ook de kerk reageerde verheugd. ‘Dit zijn typisch spullen in trek bij mensen met een smalle beurs,’ zei de dame van de bazaar die kwam kijken, ‘en nee, doet u geen moeite, met plezier pakken wij de boel in en halen wij het weg.’ De bazaar zal volgende week goed draaien.
‘Onze’ jonge twintiger zal, zo verwachten wij na het lezen van het boek over de tobbende twintigers, beslist ook blij zijn, dat we haar ook na 1 maart op weg blijven helpen in de harde realiteit die het leven is.
Tobbende twintigers
Voeg toe aan je favorieten: Permalink.