Winterklaar

Gisteren las R voor dat het beter was je tuin niet winterklaar te maken.

Maar het touw dat het Chinese reuzenriet bij de voordeur in bedwang hield, was geknapt en sindsdien bogen de meer dan drie, misschien wel vier meter lange bloeiende stengels nat van de regen diep over het paadje naar de voordeur en even zo diep over het trottoir. Ik had er gisteren voor ik ging slapen nog naar gekeken.

Nu was ochtend en droog, straks zou het weer gaan regenen. Ik stond op, schoot een oude spijkerbroek aan, trok een trui over mijn slaapshirt, nam de donkergroene fleece van de kapstok en pakte de snoeischaar, een stoffer en blik en een gewone schaar. Buiten bekeek ik het losgeraakte touw en het deinende overhangende riet. Droog geblazen door de wind boog het niet meer zo diep als gisteren, maar passanten moesten nog altijd hun hoofd buigen, de stengels omhoog duwen of de straat oplopen tussen de geparkeerde auto’s door om langs het riet te geraken. Met nog veel herfst, regen en storm in het verschiet besloot ik dat er niks anders op zat dan de zware toppen eruit te knippen.

Het was een fijn klusje. Ik legde de losgeknipte pluimen op het paadje langs de gevel tot ik alles wat trottoir of voordeur kon hinderen had verwijderd. Daarna opende ik de groene container, nam een bundel riet en begon die boven de container in kleinere stukken te knippen. Toen alle riet in de bak zat, nam ik de bezem en begon het herfstblad dat de wind graag van heinde en verre tegen het muurtje naast de voordeur achter de regenton en de grijze en groene container blaast, op te vegen.

Gisteren had ik na een lange wandeling met vriendin H over soms drassige paden die in regen was geëindigd, mijn wandelschoenen voor de deur uitgeslagen en nu pas zag ik de groenbruine klodders op het houtwerk links en rechts van de voordeur. Vanaf het voorbalkon haalde ik de gieter, vulde die met regenwater uit de ton en begon water over de besmeurde plekken te gieten. Omdat de modder niet zomaar losliet, borstelde ik met de handveger, wat de plakken losmaakte, maar ook veel grotere delen van het houtwerk groenbruin kleurde. Ik vulde nog een gieter en liet het water over het losgemaakte en verspreide vuil stromen. Zo borstelde en goot ik het houtwerk schoon.

Daarna ging ik naar de achtertuin. Met een andere handveger veegde ik de tuinstoelen schoon, niet alleen het blad haalde ik weg maar ook de opgespatte aarde die aan de poten kleefde. Het hout van zitting en leuning was door de bijna regenloze, winderige dag van gisteren enigszins gedroogd. Ik legde de stoelen een voor een voor het mansgat naast het terrastrapje. Daarna stapte ik met gebogen hoofd en bovenlijf door het gat en trok de stoelen de ruimte onder het terras in.

De houten banken op het terras had ik vorig jaar op hun kant gezet, maar waarom zou ik niet proberen ze ook door het gat te krijgen en droog te laten overwinteren? Ik legde de banken in hun lengte voor het gat, ze waren iets te breed, maar door de bank licht te schuiven en zo eerst de poten naar binnen te draaien, trok ik de bank makkelijk de donkere ruimte in. Op het eind maakte ik zo’n zelfde draai voor de poten aan de andere kant. Zou de tafel misschien ook kunnen? Ik liep naar binnen, pakte de rolmaat van de gereedschapskist, ging weer naar buiten, mat het tafelblad – net iets meer dan 100 bij 100 centimeter – en hield de rolmaat vervolgens diagonaal in het gat in de terrasmuur. Precies een meter. Jammer. Ik zette de tafel op zijn kant en schoof ‘m voor het siergras.

Ook in de achtertuin pakte ik de bezem. Het blad op het terras veegde ik de plantvakken rondom de amberbomen in. Het blad op de tuintegels veegde ik naar de borders en verspreidde ik over de plantvakken naast de vijver. Blad dat in de vijver dreef, viste ik eruit en gooide het tussen de planten. De wind zou het vast en zeker deels weer terugblazen.

Toen R terugkwam van de kinderdienst, en zijn attributen – tomaat, granaatappel, knuffelbeesten – op de keukentafel legde, regende het al. Ik was net bezig mijn oude spijkerbroek uit te trekken en snoeischaar en stoffer en blik schoon te spoelen. R keek de tuin in. ‘Winterklaar,’ zei ik.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.