R vraagt of er kinderen zijn. Ja, daar staat er al eentje op, daar nog een. Als de andere kinderen dat zien, laten ze zich ook van de banken glijden en wurmen zich langs hun ouders om naar voren te rennen. Dat heeft R ze geleerd, lekker rennen door de kerk, dat dat mag. Als ze vooraan zitten op de traptrede waar ze altijd zitten om even te babbelen met de dominee vraagt R: ‘Wie vindt het leuk dat ik wegga?’ Een onderlip krult naar beneden, knieën bewegen onrustig heen en weer, een hand plukt aan een slipper, een andere hand aan een haarelastiek, ogen staren naar voeten. Als ze klaar gebabbeld zijn over Zacheüs in de vijgenboom zegt R: ‘Nou jullie gaan naar jullie eigen dienst waar jullie misschien wel iets leuks voor mij gaan maken en dan komen jullie straks terug en dan hebben jullie misschien wel een verrassing.’ Ze kijken hem aan, eentje slaat een hand voor zijn mond, een ander begint met lachende ogen ‘nee’ te schudden, weer een ander haalt theatraal de schouders op, een paar kijken elkaar aan zoals alleen kinderen dat kunnen als ze weten dat er iets gebeurt waarvan zij hebben geleerd dat het niet mag, en waaraan ze nu twijfelen, want ja, het is wel de dominee.
R heeft zijn afscheidsdienst het thema Thuiskomen meegegeven. Welja. Het gaat dus over Zacheüs die in een vijgenboom klimt om boven de menigte uit Jezus te kunnen zien als die Jericho binnenkomt. Zacheüs is een tollenaar, zeg maar de Belastingdienst van tweeduizend jaar geleden, en – het zal eens niet zo zijn – niet geliefd onder zijn stadsgenoten. Terwijl zij Zacheüs liever niet zien, ziet Jezus hem wel in de vijgenboom en zegt zelfs dat hij bij hem de nacht komt doorbrengen. En alsof de sociale media ook toen al bestonden zijn de mensen er als de kippen bij om er schande van te spreken dat Jezus uitgerekend bij een slecht mens het huis in gaat.
Alle twijfel en zorgen die R gisteren over zijn afscheid had, zijn voor niks geweest. Zonder grote receptie met eten en drinken zijn er andere manieren gevonden om al die mooie mensen erbij te laten zijn: in een prachtig boek vol foto’s en persoonlijke woorden; in een ongelooflijk groot cadeau, een stoere elektrische fiets, zodat zelfs bij tegenwind en regen zijn eerste gemeente R zal vergezellen. En dan die zo gemeende woorden van zijn collega’s en voorzitter: R heeft geen idee over welke kwaliteiten hij blijkt te beschikken.
De kinderen hebben inderdaad een verrassing, een Rob de Bouwer vriendenboek waarin ze in hun eigentijdse handschriften schrijven hoe lief en grappig ze de dominee vinden, hoe leuk het was toen hij spaghetti kwam eten, of toen die een boef speelde. En er is het spel Jenga. Met viltstiften hebben de kinderen de houten blokken versierd. Ik zie hartjes, bloemetjes, kleurige kringeltjes, de woorden Hoop, Liefde, namen van de kinderen. Op één blokje staat Robieieieieie.