Voor een geveltuinproject kocht ik ooit een gevlekte dovenetel en kruipend zenegroen. Nadat het gevelproject een stille dood stierf, stonden de twee plantjes in hun potten op het vijverbruggetje met een dikke veter onderin waardoorheen water vanuit de vijver werd opgezogen, die de planten vochtig hield. Sinds ik twee nieuwe grote plantvakken heb, staan de dovenetel en het zenegroen in de volle grond. Nu pas komen ze tot wasdom, bloeien ze paars en felroze en doen ze hun soortnaam – kruipplanten – eer aan. Op een site vind ik nog veel meer kruipers: kruiptijm en kruipkamille onder andere, die het fantastisch doen tussen tegels. ’s Nachts, als ik toch niet kan slapen vanwege de warmte of die dikke wang, denk ik het nieuwe project al uit. Alle grote tegels eruit en vervangen door losliggende kleine tegels, steppingstones, zoiets, en dan daartussen kruipkamille met de rozepaarse bloemetjes en kruiptijm. Na onze vakantie ga ik in ieder geval wat gevlekte dovenetel en kruipend zenegroen halen en die tussen de Afrikaanse lelies en rondom de hibiscus zetten. Tegen de open plekken, tegen schijtende katten.