Fietsen

Op het station haalde ik een ov-fiets uit de kluis. Dat ging heel makkelijk. Op de tweede kluisdeur zat een apparaat. Ik stak mijn ov-chipkaart in de gleuf, er verscheen een vraag op een schermpje: kwam ik een fiets halen of terugbrengen? Ik drukte op Ja. Daarna verscheen het kluisnummer waarvan de deur ontgrendeld werd. Ik haalde de fiets uit de kluis, parkeerde die in de gewone fietsrekken en zette hem op slot. Daarna fietste ik op mijn eigen fiets naar huis. De volgende ochtend vroeg ik aan mijn voormalige collega’s wie als eerste aan ging komen. Dat was M. Ik fietste rond het middaguur naar het station en gaf haar de fietssleutel van de ov-fiets. Ik bekeek de fietskluizen: alle lampjes waren rood, alle fietsen verhuurd, goed dat ik gisterenavond een fiets eruit gehaald had. Samen fietsten we naar mijn huis. De anderen kwamen iets later met de metro. Na de lunch pompte ik de banden op van R’s fiets en van mijn tourfiets. Toen hadden we allemaal een fiets. We fietsten de wijk uit, de polder in, door het gehucht, naar mijn zwemplek en vervolgens rondom de plas. De trommelrem van R’s fiets liep een beetje aan en dat was wel zuur want T die op die fiets reed, had een hele dikke knie en moest rustig aan doen, al was licht fietsen volgens de fysiotherapeut wel goed. Bij het populierenbosje dat nu onder water staat en waar de bomen als grijze staken uit het water steken en het vol zit met eenden en andere watervogels, liep een man met een fototoestel met een enorme lens. Ja, als je geduld had kon je de blauwborst spotten. Een stukje verder bij het houten plateau in de plas waarop solitaire stoelen staan, zei T dat we allemaal op een stoel moesten gaan zitten, waarbij we de voorste leeg lieten. T maakte een foto, die gingen we naar C sturen, die op het laatst had afgezegd vanwege werk dat af moest. We schreven dat we haar misten. Op de boulevard met de witte hoogbouw en halfhoogbouw die je eerder aan een mediterrane kustplaats verwacht, stalden we onze fietsen en gingen we wat drinken. H vertelde over een merkwaardige buurman die had beloofd haar gezin het leven zuur te maken nu ze een erker aan hun huis gingen bouwen. Ach, zei H, in het ergste geval verhuizen we gewoon. We stapten weer op de fiets, mijn vrienden konden er niet over uit dat al dit groen en landelijks ook Rotterdam was. Na de plas kwamen we bij de rivier. Ik wees ze waar het nieuwe stuk van de A16 ging komen, gelukkig ging die hier onder de rivier door, maar verderop gingen er heel veel bomen gekapt worden. Om vijf uur waren we al bij de brug en het restaurantje. Dus fietsten we nog een stukje door, want ook daar was het schitterend: het oude dorpje, de molen, het gebouwtje van de roeivereniging, de jongelui, de plas met aan de overkant de dure wijk, waar niet Forum maar de VVD de grootste was geworden bij de provinciale verkiezingen. We fietsten weer terug, we waren de eerste gasten in het restaurant, we kregen een mooie ronde tafel aan het water. Het eten was heel bijzonder, de porties enigszins klein, misschien hadden we vier of vijf gangen moeten nemen. Om acht uur fietsten we weer terug, nu rechtstreeks naar het station. Ik zette de ov-fiets weer in de kluis, T zette R’s fiets in de fietsrekken. H was bereid om nog even op een van mijn fietsen mee naar huis te rijden. Daarna ging ik met haar mee de metro in terug naar het station. Ik liep met haar mee de hoge noodtrap op, ze had een treintje later dan M en T, ik zwaaide haar uit en weer beneden ontgrendelde ik R’s fiets en fietste daarop naar huis. T had gelijk, die fiets moest eens nagekeken worden.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.