Tasje

Een paar dagen geleden was mijn naamgeefster jarig. Ze was de lievelingstante van mijn moeder en leeft al lang niet meer. Maar zo gaat dat met de verjaardagen op de eerste kalender die je in je prille jeugd leert lezen: die vergeet je niet meer. Mijn hoofd raakt steeds voller met verjaardagen waar ik niet naar toe hoef. Mijn oudtante gaf altijd iets. Was je bij haar, dan kreeg je iets mee, kwam ze naar ons, dan had ze iets bij zich. Meestal in een plastic tasje van een sjiek damesmodehuis waar dan een sjaal uitkwam, of een paar sokken, of een gebruiksvoorwerp, of iets lekkers, of de oogst van de walnotenboom. Er werd soms lacherig over gedaan, over die tasjes, maar ik keek er naar uit. Nooit was het rommel, altijd iets goeds, iets nieuws, alleen had zij het bij nader inzien niet nodig. Ik ga vandaag naar mijn vriendin en behalve mijn werktas heb ik graag zo’n tasje bij me. Van de winter zaten er druiven in. Nu aardbeien. In lijn met de tijd is het geen plastic meer, maar het oersterke groengele tasje van de groentevrienden. Vanochtend op weg naar het station fietste ik speciaal nog even langs de groentewinkel voor zo’n mooie doos aardbeien. Ik schaam me niet voor die tasjes. Het is een goede traditie.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.