Knul

groentenOf de jongste bediende bij de groentevrienden op zijn vader leek? Ik bestudeerde de man die buiten bij de kisten met mandarijnen stond, daarna de knul die binnen de weegschalen poetste. De groentedochter wees hem op randjes die hij vergat. De groentevriend leerde hem eerst de schaal terug te plaatsen en dan pas de weegschaal weer aan te zetten. In de contouren van het hoofd, de verhoudingen tussen de ogen en de mond zag ik gelijkenissen. De knul wilde op niemand lijken, alleen op zichzelf. Dat is het sterke aan vijftien jaar zijn. Een tijdje geleden had hij de groentedochter gevraagd: ‘Heet jij nou Jacq of Jacqueline?’ Niks aannemen, alles onderzoeken. ‘Je lijkt op jezelf,’ stelde ik hem gerust. Tenzij je filmster bent en er acht uur per dag een camera op je gericht is die jou van voren en van achteren en van opzij en van onderen en van boven op de korrel neemt, zie je jezelf nooit zoals anderen jou zien. Je beziet jezelf in een platte spiegel of op een zelfgemaakte foto waarop je je ogen nog een beetje vrolijker hebt getrokken en je mondhoeken iets meer omhoog. Je loopt nooit een rondje rond jezelf, je ziet jezelf nooit vijftig meter verderop aan komen rennen om de trein nog te halen, je ziet je gezicht en je schouders en je armgebaren niet als je die trein desondanks mist. Je kijkt nooit vanaf het tegenoverliggende bureau naar jezelf als je telefonisch een klantenservicemedewerker probeert te laten inzien dat zij onzin verkoopt. Alleen anderen kijken in drie dimensies naar jou. Tenminste: zolang we elkaar live ontmoeten. Zodra we allemaal virtueel gaan, zien anderen alleen wat jij ze laat zien, kijken anderen alleen nog door jouw ogen. Zien we geen grotere verbanden meer.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.