Net als ik probeer van dat nare gelijkhebberige trekje af te komen, moet het toch even. Op 17 december had ik mijn hele dag verprutst met het kijken naar het verdwenen-bonnetjesdebat waarin de laatste woorden van de premier waren: ‘Ik ontraad de motie van afkeuring. Het kabinet heeft geen beleid gevoerd op het niet boven water krijgen van alle feiten.’ Die laatste woorden had ik eruit gepikt. Daar was iets mee. En daar blijkt nu ook iets mee te zijn. Mijn vriendin zei: ‘Het lijkt op wat kinderen die de kunst van de grote leugen nog niet machtig zijn, zeggen: “Ik heb het niet gedaan, maar je mag niet in mijn rugzak kijken.”‘