Ik ruimde de vaatwasser uit. ‘Dank je wel,’ zei ik. Zolang als we hier wonen had de constructie van metaal, kunststof, elektronica en rubber trouwe dienst bewezen, ontelbare keren messen, vorken, borden, kopjes, glazen, ovenschalen, theelepeltjes, keukenmessen en pannen vuil in ontvangst genomen en schoon en droog afgeleverd en ons behoed voor potentiële huiselijke onmin over de vaat. Dit was zijn laatste keer geweest. Zijn exacte leeftijd was onbekend, naar verluid was het de voorvorige bewoner die er een nieuwe keuken in had gezet, de vorige bewoners zeiden niet over boekjes te beschikken. Minstens vijftien jaar. Zeventien of zelfs twintig was aannemelijker. Er waren kleine sporen van ouderdom: ontbrekende stukjes kunststof in het bestekbakje waardoor er wel eens een lepel doorheen schoot die dan de ronddraaiende watersproeier blokkeerde waardoor een deel van de vaat niet goed schoon werd. Het loonde altijd, las ik overal, om het oudje de deur uit te doen en een nieuwe, zuinigere, te nemen. Toen ik de machine leeg had, zag ik onderin een laag spoelwater. Tranen. Zonder twijfel.
Afscheid
Voeg toe aan je favorieten: Permalink.