Ik kocht een handgranaat. Voor tien euro. De vrouw met wie ik was, vroeg of ik voor haar ook een handgranaat wilde uitzoeken. Ik bekeek de legergroene exemplaren met de grijze kopjes in de eierdoos nog een keer en koos een lekkere dikke met een vriendelijk mondje. Die wordt nog eens veel waard, zei de vrouw, die de kunst aan het koord hing dat we hier allemaal om onze nek hadden. Ik gunde het Lucy Sparrow, de jonge kunstenares, die al deze bolle mannetjes eigenhandig (en met hulp van haar moeder) van vilt had genaaid, van harte. Ze had ook kalasjnikovs van vilt. Vilten wapens waren hard nodig. Bijvoorbeeld in de strijd tegen plastic flesjes. Eén glas olie en zeven liter water is nodig voor één half literflesje. Zeven liter, per flesje. Daar hoor ik die plastic hero-types die het statiegeld weg willen hebben, nooit over. We lurken zo’n flesje in vijf minuten leeg en gooien vervolgens een glas olie en zeven liter water weg, dat er 700 jaar over doet om te vergaan, waarvan 80 procent niet wordt gerecycled. Rodrigo Garcia Gonzáles had een biologisch, eetbaar membraan ontwikkeld, een zakje voor water, zoals een dooier voor eigeel. Je dronk, je at, alles opgeruimd. Hij had het aan ons willen laten zien, zijn Ooho, maar op de luchthaven hadden ze moeilijk gedaan.
Ideeën
Voeg toe aan je favorieten: Permalink.