Hoffelijk

eerstekamerIk had de Veluwse boer annex senator maandag gezien, herrezen uit een ongeneeslijke ziekte – hij voerde het woord over melkvee, met behartenswaardige  zinnen als: gooi de hoogstaande reputatie niet te grabbel door ongebreidelde groei, de quota werken goed, ga niet verder dan tien kilometer sjouwen met de mestbergen –, maar de dag erna, de laatste dag voor het kerstreces, waarop tal van stemmingen, was hij weer ziek, opgenomen naar verluid. Als onderdeel van de geliefde oppositie was zijn stem cruciaal voor een nipte meerderheid, maar niemand van het Haagse journaille had dit pikante feitje op Twitter. Susan Neiman schreef het al in Waarom zou je volwassen worden?: de mens is van nature lui. De sociaal-democraten hadden gevraagd de stemming over inperking van de vrije artsenkeuze van de middag naar de nacht te verschuiven, niemand zag er een probleem in, maar toen verscheen op het oorspronkelijke tijdstip van de stemming de Veluwse boer voor zijn staatsrechtelijke plicht. De sociaal-democratie raakte in paniek, wilde vasthouden aan de nacht, menselijkheid is nu eenmaal niet hun sterkste kant, maar dat ging de andere senatoren te ver. Het woord hoffelijk viel veelvuldig, het hielp niet dat de socialistische voorvrouw haar wens tot uitstel (naar later bleek om drie andersdenkenden in de eigen fractie te bewerken) bleef motiveren met ’technische vragen die nog door de minister beantwoord moesten worden’. Ze kreeg een uur respijt, zodat de Veluwse boer na stemming en voor het donker weer (zieken)huiswaarts kon keren. De rest is geschiedenis. Toen de voorzitter zei: ’33 stemmen voor, 38 tegen, het wetsvoorstel is verworpen’, duurde het nog zeker vijf minuten voor de Den Haag-watchers het ook wisten te melden op hun snelle sociale media. Zoals gezegd, de mens is lui, de journalist een echt mens. Het was sowieso een viering van menszijn daar in de Eerste Kamer: een bewijs dat de parlementariër nog altijd een zelfstandig denkend wezen kan zijn met eigen afwegingen; geen marionet in een stemmachine; geen automatische knop (zoals de minister van Volksgezondheid dacht) in vooraf bekokstoofde, niet-democratische afspraakjes met deze en gene, die de scherp geprijsde polissen met beperkte artsenkeuze en halve vergoedingen al in hun schappen hadden liggen. Al wilden veel journalisten ons dat ’s avonds in de nieuwsrubrieken wel graag laten geloven: dat senatoren stemvee zijn, dat er eigenlijk geen verschil is tussen een wetsvoorstel en een wet. Hun ongeloof over wat ze totaal niet hadden zien aankomen, moest ook het onze worden; hun wachten voor ministeriedeuren moest de spannende indruk wekken dat daar ieder moment ‘een oplossing’ uit zou kunnen rollen die het ‘vlekje’ van die middag kon wegpoetsen. Ik wachtte tevergeefs op belangwekkende vragen aan de tegenstemmers als: hoe bent u onder druk gezet? Wat was de rol van de vice-premier? Voor hoeveel geld of welke baan zou u van mening zijn veranderd? Tevergeefs zocht ik naar het icoontje van Lucky TV.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.