Rustig

pruimIk rende langs het water. De zaterdagmiddag was voor de rustige recreant: een bejaard stel zonder trapondersteuning, een vader met twee kindjes in een fietsbak, wandelaars, een enkele wielrenner, maar niemand ging tekeer alsof de politie op zijn hielen zat. In de buurt van De Prins zaten de eenden rustig op hun met poep afgebakende stuk van het asfalt. Het kon ook het weer zijn: drukkend warm, maar doenlijk door de bewolking en een windje. Op het water tuften boten en bootjes, een meisje van een jaar of acht stond aan het stuur van een sloep, ik keek naar haar, zij keek naar mij, ik deed alsof ik de vader schuin achter haar niet zag. Op de brug de stoerste jongens en meisjes, die dolden en in het water sprongen en aan passerende boten vroegen of ze een stukje mee mochten varen. Toen ik op tweederde was brak de zon door en stopte de wind ermee en vond ik het mooi geweest en ging ik wandelen, ik zei gedag tegen de mensen die hier woonden en langs het water zaten, drankjes en nootjes onder handbereik, maar toen zag ik dat het al vier uur was geweest en begon ik toch weer te rennen en het was al kwart over vier toen ik thuis kwam, ik gooide wat water in mijn nek en op mijn wangen, pakte mijn portemonnee en tas en liep naar de groenteboer, buiten stond alles nog uitgestald, ik zei: gaan jullie later dicht, maar dat was niet zo, het was twee minuten voor half vijf, de groenteboer gaf me een pruim om wat op krachten te komen en ik kon ook nog water krijgen of een blikje cola.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.