Buren

buitengeluidenIk stond op om de vuilnisbak aan de straatkant te zetten. Nu de wijk halverwege open ligt vanwege de rioleringsmannen komt de wagen die anders altijd ’s ochtends vroeg de achterste helft van de wijk doet of de oostelijke helft, dat weet ik eigenlijk niet, nu al heel vroeg bij ons. Meestal hoor ik de vuilniswagen van ver aankomen door die allesdoordringende achteruitrijpiepjes, maar deze weken is ons huis al vanaf zeven uur ’s ochtends vergeven van achteruitrijpiepjes en brullende motoren van shovels en kranen die voor de omringende huizen nieuwe riolering leggen. Ik schoot een trainingsbroek aan en trok de bak naar de straatkant. Bij de buurman stond de bak nog naast zijn voordeur, de klep kierde. Ik ging weer naar binnen, las het nieuwe stukje van Jan van Mersbergen, hoorde eerst en zag toen de vuilnisjongens de straat inrijden. Het was deze week de ‘Verbindt wie zoekt / met wie liever niet herkend wil worden’. Strofen van de Italiaanse dichter Giampiero Neri. Ik keek naar de gereedstaande bakken, vroeg mij af of er een Italiaanse stad was met dichtregels van Remco Campert op de vuilniswagen, liep weer naar beneden en naar buiten, naar de voordeur van de buurman, opende zijn kierende bak, ik zag een gebroken tak met blad, een grote plastic bouwmarktpot, piepschuim, karton. Ik reed zijn bak naar de straat. Wist ik zeker dat dit weg moest? Het was een burendienst, zou ik zeggen. Weer boven zag ik hoe de jongens in fel oranje de twee buurbakken aan de wagen haakten. De bak van de buurman leek nog voller dan zo-even, ik zag een witte zak met sinaasappelschillen bovenop. Ik had geen sinaasappelschillen gezien of geroken. Om negen uur stopte alle herrie. Koffietijd in de keet.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.