Ik zag haring liggen, ‘nieuw’ stond erbij, maar ik was hier om brood te kopen. Het was pas kwart over elf. Mijn zus schreef dat ze die tv onder het stof van de oma van haar toenmalige vriendje die ze aan mij gaf toen ik op kamers ging en waarover ik gisteren schreef, helemaal vergeten was. Ze dacht dat ons hoofd vanzelf dingen wiste, zodra er nieuwe dingen bij moesten. Omdat je harde schijf anders te vol raakt, schreef ze. Die metafoor met de computer was best een goede. De mens had het ding zelf bedacht ten slotte. Om ruimte te maken op de computer gooide je onbelangrijke dingen weg. Maar eigenlijk gooide je ze niet weg, je gooide alleen maar de verbinding naar waar dat dingetje op de computer stond, weg. Dat dingetje bleef er gewoon staan. Vandaar dat er ook altijd zoveel narigheid van kwam als er een computer van het openbaar ministerie of een ziekenhuis aan de straatkant rondslingerde. Slimme meisjes en jongens hadden geen keurig gebaande paden nodig om alles wat er ooit op die harde schijven was gezet, weer tevoorschijn te toveren. Ik dacht dat het met ons geheugen ook zo werkte. Mijn zus wist het heus nog wel van die tv, alleen was het pad ernaartoe in onbruik geraakt en verdwenen, dat scheelde heel veel ruimte. Toen ik die informatie oprakelde, zei ze niet, waar heb je het over? Mijn zus hoopte dat het met haar computer op het werk net zo automatisch ging als met haar geheugen. Die geheugenschijven zien er uit als een kast waarvan je de deur niet meer durft open te doen, schreef ze. Ik grinnikte. Wacht maar, zei ik, eerder dan je lief is zit er een programmaatje op je computer dat ieder document dat je een jaar niet geopend hebt vanzelf weggooit. Overigens geloofde ik niet dat ons geheugen in omvang beperkt was. Het was inmiddels twaalf uur. Bij mijn eigen visboer kocht ik een nieuwe haring.
Hoofdzaken
Voeg toe aan je favorieten: Permalink.