Ik las een recensie over de biografie van Philip Roth. De recensent had de Engelstalige editie gelezen en schreef dat de Nederlandse vertaling binnenkort bij De Bezige Bij zou verschijnen. Ik zocht bij Bol, maar die wist nog van niks, toen keek ik op de site van De Bezige Bij, bij nieuwsberichten, bij Philip Roth zelf, ik bladerde door de digitale voorjaarsfolder, ik keek onder ‘Verwacht’, ik zocht op de naam van de biografe. De uitgeverij leek ook van niks te weten. Toen stuurde ik een mailtje. Dat ik graag wilde weten wanneer de vertaling verscheen en hoeveel die zou gaan kosten. Ik gaf de uitgeverij ook een tip: om zulk nieuws op de website te vermelden. Zo zoekt de klant, schreef ik, die leest een recensie, die gaat zoeken en als die niks vindt is het moment van aankoop voorbij. Ik schreef ook nog: zo overleeft de goede boekhandel en wellicht ook de goede uitgeverij. Ik dacht: je moet ze ook alles voorkauwen, maar dat schreef ik niet. Een dag later kreeg ik een mailtje van Linda van De Bezige Bij dat ze naar aanleiding van mijn mail een nieuwsbericht op hun website hadden geplaatst. Een linkje ernaartoe ontbrak, maar het klopte, het stond er. Ze bedankte me niet, ze schreef ook niet dat ze de kranten en tijdschriften wat beter zouden gaan bijhouden, maar misschien was dat ook wel teveel gevraagd. Ik dacht aan de mevrouw van de Klantenservice van VGZ die zei dat de verzekeraar geen gedetailleerde nota’s kreeg, dat mocht niet, en dat zij er ook niks aan kon doen, aan het systeem, waarin ook de patiënt nooit een nota zag en dat niemand dus controleerde of het wel klopte wat die zorgaanbieders declareerden. Ze deelde mijn verbazing, zei ze, maar zij zat ook alleen maar aan de telefoon van de Klantenservice. En toen zei ik: je kunt altijd iets doen, voor mij bent u VGZ, mijn verbazing is uw verbazing en die kunt u intern sturen naar Rogier van Boxtel, geen mens is machteloos.