Ik kreeg een mailtje van de donateursafdeling van Alzheimer-Nederland: dat ze mijn vader niet in hun administratie konden vinden. Ik hield wel van zelfspot. Maar toen ik verder las, ontdekte ik dat de mail niet was geschreven door een gesjeesde cabaretier die bijbeunde op een klantenservice. Of mijn vader misschien donateur was geweest van de internationale Alzheimer Stichting? Ik had een pdf’je van de rouwkaart meegestuurd, dan hadden ze alle informatie bij elkaar, dacht ik. Maar nee dus. Ik keek nog eens goed, mijn vader had in december nog post van ze gehad. Dat mailde ik met nog een keer zijn adres erbij. Toen hadden ze hem wel kunnen vinden. De mevrouw, die duidelijk geen cabaretier was, was zo eerlijk om te zeggen dat ze de eerste keer alleen op mijn vaders naam had gezocht. En omdat hij bij de Alzheimerclub bekend stond met een ‘y’ in zijn achternaam en niet met een ‘ij’ zoals het officieel hoort, had ze hem niet kunnen vinden. Ze had die eerste keer niet de moeite genomen om even op zijn adres te zoeken, maar was gelijk zelf gaan nadenken en had bedacht dat ik waarschijnlijk naar de verkeerde Alzheimertak had gemaild. Dat was heel modern, direct denken dat de fout bij de ander ligt. Ik dacht aan de NSA en wat de mensheid toch moest met al die dataverzamelingen maar zonder mensen die nog in staat waren om te zoeken en helder te denken. Net toen ik dat had afgehandeld belde Bas, de uitvaartondernemer. Er was lichte paniek bij de gemeente waar mijn vader nu in de grond ligt, zei hij. Ze waren er achtergekomen dat mijn vader twee graven naast elkaar had afgekocht. In de linker lag mijn moeder, mijn vader hadden we erbovenop begraven, het rechtergraf was nog altijd maagdelijk leeg. Hadden ze het wel goed gedaan? Ergens stond mij bij dat ik Bas de kwestie met die twee graven al ruim voor de begrafenis uit de doeken had gedaan. Maar dat wist ik niet honderd procent zeker. Ik stelde Bas en daarmee de gemeente gerust. Een halve minuut later had ik al spijt dat ik zo snel in die geruststelmodus was geschoten. Geen groter trauma voor de begraafprofessionals dan de verkeerde begraven of de goede op de verkeerde plek begraven. Ik nam mij voor mij te gaan bekwamen in cabaretesk gedrag. De eerste daad werd de mevrouw van Alzheimer-Nederland een berichtje te dichten.