Nieuw

object939_1Ik stond in een steegje. De jongen tegenover mij schopte tegen de oranje bal. Hij was vijf. ‘Hier is mijn doel,’ zei hij, ‘en daar bij die put is jouw doel.’ Ik schopte de bal een paar keer langs hem heen en hij schoot de bal een keer achter mij. R had tegen de jongen gezegd: vraag Liny maar, die kan heel goed voetballen. Ik hield me niet in. Dat doe ik nooit als ik speel met kinderen. Ze kunnen niet vroeg genoeg leren hoe het leven in elkaar zit. Het gaf ook niks. De jongen had zijn eigen manier voor het bijhouden van de score. ‘2-2,’ riep hij, toen ik hem voor de vijfde keer passeerde. Ik keek omhoog. Het zachte blauw van de prille avond ging moeiteloos over in het frisse lichtgeel van de bakstenen huizen en schuren die hier dicht op elkaar stonden in willekeurige patronen. Nergens nog was een boom hoog genoeg om het blauw en geel te breken. De bal stuiterde hoog voor mij op en ik dacht aan een lob over het blonde koppie heen. De bal belandde op het platte dak van een uitbouw. ‘Wat nu,’ vroeg ik. De jongen liep een voortuin in. ‘We bellen even aan,’ zei hij. Niemand deed open. ‘Misschien kan papa erbij,’ zei ik. We liepen de tuin van de jongen in. Zijn vader was zeker twee meter en zette een groene gasfles naast de buitenkeuken. De buitenkeuken leek in niks op het kant en klare bbq-bakje dat ik ooit voor vijf gulden bij de Xenos had gekocht en op het balkon van de flat had gebruikt, waarna de brandweer verscheen toen de eerste worstjes net klaar waren. De buitenkeuken had wieltjes. Dat was handig. Als de wind anders stond draaide je hem gewoon een slag. De jongen opende een enorme plastic bak en diepte er een blauwe bal uit. ‘Kom,’ zei hij.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.