En dan zomaar een zanglijster. Ik sta aan het aanrecht, maak ontbijt, de deur naar het terras is open, ik kijk als vanzelf de tuin in. De mooie zanger zit op de schutting rechts, die met de nieuwe buren. Er lijkt zon te zitten in de lichte borst waardoor de bruine pijlpunten er los op lijken te liggen. Dan gaat ie alweer, naar de pruimenboom in de buurtuin, en verder.
Even later zit ik buiten aan de tuintafel met daarop de krant en de telefoon die ik laat luisteren naar het drukke vogelgezang dat de Merlin-bird app vertaalt naar namen: tjiftjaf, kauw, houtduif, en dan… gierzwaluw. Is dat hoge gepiep van een gierzwaluw? Ik kijk omhoog. Op 30 april schreef Koos Dijksterhuis in zijn Natuurdagboek in de krant over de gierzwaluw, dat Koninginnedag traditioneel de dag was waarop de eerste gierzwaluwen zich vertoonden. Dat er in het zuiden van ons land allang gierzwaluwen zijn waargenomen, maar dat hij in het noorden nog wacht.
Nu is het 1 mei en zie ik er vier hoog boven me in de lucht.
Wat een ochtend.