Mijn zus stuurde mij een foto van twee baby’s. Het zijn de zoontjes van de zonen van de levenspartner van mijn zus. Ze zijn vlak na elkaar geboren, deze neven, en nu een half jaar oud, misschien al ouder. Ik vond ze erg op elkaar lijken met hun kale hoofden en bolle wangen. Maar volgens mijn zus waren de verschillen groot: in snelheid, alertheid. ‘Maar ach,’ schreef ze, ‘ik liep pas toen ik twee jaar was en het is redelijk goed gekomen.’ Als het om controleerbare gegevens gaat, ben ik niet goedgelovig, dus liep ik naar boven en schoof de tweede bureaula open. Daarin zwemdiploma’s, inentingskaarten, schoolfoto’s – alles her en der uit de spullen van mijn vader gevist – én: de boekjes met daarin onze eerste verrichtingen. Bij mijn oudste zus (niet de zus van dit verhaal) is het een kloek roze boek met als titel ‘Onze Baby is een gave Gods’ van de Vereniging tot verspreiding der Heilige Schrift, gevestigd aan de Keizersgracht 470 te Amsterdam. Tussen de wenken voor een godvruchtig en liefdevol leven door – ‘Lach mèt uw baby, niet óm hem’ – is er overvloedig ruimte voor allerhande biografische feiten, een stamboom, foto’s, ziektes, groeivorderingen, tandjes, doop, school. Bij het ‘plaatsnemen in de eerste klasse van de lagere school’ is het invullen gestopt en de laatste pagina’s over Karaktervorming (‘Gelukkig en tevree’ ‘handelbaar’, ‘edelmoedig’, ‘vuil’, ‘bazig’) en Bijzondere bekwaamheden zijn derhalve leeg. Vijf jaar later, het is dan 1961, houden mijn ouders de verrichtingen van de zus die denkt dat ze pas met twee jaar liep, bij in een babyblauw boekje van Nutricia te Zoetermeer. Geen ruimte meer voor Karaktervorming, het gaat om voeding en vorderingen. Het boekje van mijn broer ontbreekt, misschien heeft hij het direct meegenomen toen we mijn vaders huis leegmaakten. Mijn eigen boekje is ook van Nutricia, al is het nauwelijks nog een boekje te noemen dat over mij gaat. De eerste 39 pagina’s van de witte brochure ‘Babyverzorging in een notedop’ zijn gewijd aan voeding en verzorging met middenin over de volle twee pagina’s een foto van het complete assortiment Nutricia-blikjes en -flesjes, Bambix-dozen en Olvarit-potjes. Helemaal achterin dan toch nog vier pagina’s diagrammen en tabellen waarin cijfers en data zijn genoteerd en lijnen getrokken. Gelukkig heeft mijn moeder of vader voorop het boekje linksboven mijn naam geschreven. Weer ergens anders in mijn vaders spullen vond ik een handzaam lijstje in zijn handschrift waarin hij onze verrichtingen in een tabel naast elkaar heeft gezet. Lachen deden we met vier, zes, drieëneenhalf respectievelijk zes weken. Papa zeggen deden we eerder dan mama zeggen, behalve mijn broer, die zei veel eerder mama dan papa. Dan de beweeglijkheid: de bewuste zus was inderdaad langzamer met zitten en lopen dan de rest van het gezin. Maar toch: zo langzaam als ze zelf denkt is het niet, met 17 maanden liep ze alleen. Die vaardigheid bezit ze nog steeds.