Ik rende langs de naamgever van mijn stad. De veenrivier, ingeklemd tussen twee dijken, reikte een stuk hoger dan de weilanden aan de andere kant van de dijk, waar paarden en ganzen graasden, die weer iets hoger lagen dan de weilanden daarachter die weer hoger lagen dan de bebouwing. Omdat ik het gewend ben, aan dat onderaan de trap wonen, terwijl bovenaan een enorme badkuip vol water staat, doe ik of het normaal is, maar bij Aziaten op vakantie in Nederland vallen de monden altijd open. Niet onterecht. Sinds de rioleringsjongens klaar zijn hebben we water in de kruipruimte. Tientallen centimeters, nooit gehad. We zijn niet de enigen. Iemand die de kruipruimte als bergruimte gebruikt, was weken bezig geweest met een gemeentelijke communicatieafdeling voor iemand bereid was te komen kijken. Ik dacht: ik probeer het ook eens en vulde het digitale klachtenformulier in waarop je ook losliggende stoeptegels kunt melden. Nog geen tien minuten later werd ik gebeld door Dennis van Watermanagement. Iedere week meet ik nu de watervrije ruimte vanaf de begane grond – de eerste keer mat ik 45 centimeter, afgelopen vrijdag 47 centimeter, 80 moet het zijn volgens Dennis –, vul ik een klacht in en belt Dennis. Eerst begon Dennis over inklinking van onze kruipruimtes, zeg maar: eigen schuld, maar nu praat hij over verstoppingen in drainagebuizen, meetpunten die de aannemer niet heeft aangelegd en het gevaar dat bij al dat gewroet in de grond een wel is aangeprikt. Want die zaten hier. Ondergrondse badkuipen, zei ik. Zoiets, zei Dennis. Ik rende de hele ronde in 1 uur en 8 minuten.
Water
Voeg toe aan je favorieten: Permalink.