Mario Been is er geboren, en Joke Bruijs. Patricia Paay heeft er gewoond. Het interieur van Bruijs’ ouders had model gestaan voor de huiskamer in de serie Toen was geluk heel gewoon, vertelt de gids die vriend M heeft geregeld om zijn verjaardag extra kleur te geven. Op de Dordstelaan woonden advocaten, dokters en tandartsen. Uit het lied Poepiedeftig van zanger Kees Korbijn citeert de gids een paar regels. De Dordtselaanflat stond model voor Pluk van de Petteflet van Annie MG. Later kwamen de dealers en drugsverslaafden. Er waren moorden, er was een periode dat je er beter niet kon komen, daar waar we nu ontspannen wandelen door de straten van de Tarwewijk, een polder die is bebouwd om de arbeiders die kwamen werken in de Maashaven een woonplek te geven.
We houden stil bij een hoekhuis. Hier vestigde zich in de jaren vijftig een huisarts die heel bekend is geworden, zegt de gids. Frans Wong. Behalve huisarts was hij controlerend geneesheer van de prostituees op Katendrecht. Dat trok altijd veel bekijks van de kinderen. Wong zag al snel dat veel vrouwen behoefte hadden aan een vorm van geboortebeperking. Ook ontving hij veel vrouwen die hun zwangerschap wilden onderbreken. Al in de jaren vijftig aborteerde hij daarom op kleine schaal. ‘Er vlogen vaak stenen door de ruit,’ vertelt de gids. Later zou Wong uitgebreid onderzoek doen naar de motieven van vrouwen die hun zwangerschap wilden onderbreken. Onder alle groepen vrouwen, ook de gelovige en getrouwde, bleek die wens er in dezelfde mate te zijn. Wong zette in de jaren zestig in Amsterdam de eerste abortuskliniek op. We kijken naar de barst in de ruit naast de voordeur. Vliegen hier nog steeds stenen door ruiten? de gordijnen voor de grote ramen waar ooit de wachtkamer was, zitten dicht, een voormalig wethouder en burgemeester duwt zijn neus tegen het vieze raam om door een spleet te kijken. ‘Rommel,’ zegt hij, ‘heel veel rommel.’
We keren terug naar het cultureel wijkcentrum waar vriend M zijn verjaardag binnen de regels van 2020 viert. Het gebouw was ooit een school, later een kerk. Het stuk land erachter liep vroeger, toen de drie flats er nog niet stonden, regelmatig onder water, in de winter werd er geschaatst. Toen de flats er al een poos stonden werd de tussenruimte gebruikt om vuilnis en oude wasmachines naar beneden te gooien. Nu is het een groene oase met verderop een simpel amfitheatertje, bomen, een speelhut, een speeltunnel, moestuingroenten in grote houten bakken. De beelden van de Coolsingel waaronder de bronzen burgerman Monsieur Jacques hebben hier in de tuin een plek gevonden zolang de Coolsingel bezig is zich grondig te vernieuwen.
In de half open ruimte op voldoende afstand vertellen we elkaar over de voorbije maanden. Een man die als it’er werk doet voor de dealingroom van een bank werkt al sinds februari thuis, daar is al vroeg geen enkel risico genomen, en zijn teams tactisch van elkaar gescheiden. Breekt er in één team iets uit, dan kan een ander team op veilige afstand het werk naadloos overnemen. Natuurlijk mist hij collega’s, maar het grote voordeel is dat hij geen dag heeft gemist van zijn pas geboren dochtertje. De schoonfamilie in Brazilië wacht wel met smart, dat is weer de keerzijde. Een stel dat ik goed ken, hoorden één dag voor de lockdown dat ze het huis kregen waarop ze geboden hadden én dat ze zwanger waren. Zij had de rust die daarna over het land viel als heilzaam ervaren.
Van al onze woorden en onze lichaamstaal spat de blijdschap om weer eens mensen te spreken, in het echt, mensen die je niet kent met als enige link dat we allemaal M kennen. Een vrouw die slechts vijf minuten bij mij vandaan blijkt te wonen strik ik voor onze leesclub. We zingen ingetogen met onze hele hart voor onze vriend. Dat ie nog maar lang mag leven.