Didion, tikken

Het werk vlotte niet. Op een kantoor wandel je dan naar het keukentje of de pentry voor een verse kop thee of koffie en een praatje met deze of gene. Ik klikte naar mijn email, er was een nieuwsbrief van een literair tijdschrift, het eerste bericht ging over de Amerikaanse schrijfster Joan Didion (1934). Ik heb niks van Didion gelezen, maar wel eerder over haar gelezen, en al wist ik niet meer precies wat, haar naam was blijven hangen op zo’n indringende manier dat ik direct op de link klikte. Het was een recensie van Didions onlangs vertaalde essays. Ik las de recensie en liep naar mijn boekenkast. Nee, ik had niet per ongeluk iets van Didion staan, maar in de door Zwagerman geselecteerde interviews uit the Paris Review met Amerikaanse schrijvers zat Didon wel. Ik las het interview.

Al jong, elf, twaalf jaar, las Didion Hemingway. Ze hield van de manier waarop hij zijn zinnen achter elkaar zette, de zinnen die zo eenvoudig leken. Toen ze vijftien was tikte ze hele verhalen van Hemingway over, zo zag ze hoe die zinnen werkten, kreeg ze het ritme in haar hoofd. Ik liep opnieuw naar de boekenkast. Hemingway had ik wel, De hof van Eden, ik kocht het op 11 januari 1989 in Zeist. Ik las een paar zinnen, ja ogenschijnlijk heel eenvoudig, mooi bovenal. Ik las weer verder in het interview – de interviews van the Paris Review beslaan rustig een paar duizend woorden. Voor Didion aan een nieuwe roman begint, herleest ze altijd de roman Victory van Joseph Conrad, een uit de derde hand verteld verhaal, ’terwijl het erg dichtbij lijkt als je het leest’. Ik zocht op Donner en Bol. Niet dat ik het boek nieuw wilde kopen, maar het is een automatisme, ik wil weten of zo’n roman uit 1915 nog in de handel is, of ie überhaupt vertaald is. Nee. Nee. Op Boekwinkeltjes.nl kon ik kiezen uit zestien tweedehands exemplaren, van 2,20 tot 20 euro. Ik koos een boekwinkel in Leiden gespecialiseerd in Engelstalige boeken, die het boek voor 5,50 euro inclusief verzendkosten aanbood. Op een andere site las ik vier essays van Didion. Haar details waren erg goed. Om goed essays te kunnen schrijven, had ze veel non-fictie van V.S. Naipaul gelezen.

’s Avonds begon ik in Hemingways De hof van Eden. De volgende dag tikte ik de eerste 2500 woorden over. In het eerste hoofdstuk komt een kelner voor. Negen van de tien keer typ ik ‘klener’ in plaats van ‘kelner’. Nu deed ik het ook weer.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.