Het regende hard en veel. Ik dacht aan Mees die ons zondag rondleidde op zijn bedrijf. Natuurlijk was er de droogte deze zomer, lastig, maar daardoor ook nauwelijks onkruid. Ernstiger waren de hoosbuien van afgelopen voorjaar, zoveel dat het water niet weg kon. Hij wees naar een strook braakliggend land. Schade door te veel regen had hij nog niet eerder meegemaakt. Boeren doet hij al achtendertig jaar, waarvan eenendertig jaar zonder kunstmest en zonder bestrijdingsmiddelen. Toen hij na de dood van zijn vader als 21-jarige begon stonden de kunstmest en de sproeimiddelen hem al tegen, maar nadat hij door een tragisch ongeval de dood in de ogen van een jongen had gezien, zag hij alleen nog maar de dood in de bestrijdingsmiddelen. Hij herinnert zich nog het middel Temik, je moest goed kijken hoe de wind stond, dan snel de zak leegschudden en nog sneller weglopen om niet ter plekke flauw te vallen. Temik werd in die fabriek in Bhopal gemaakt, ja van die ramp. En dat alles om mogelijk vier procent schade aan de suikerbieten te verkleinen. Het kan dus gewoon zonder, zegt hij. Om zijn land vruchtbaar te houden zaait hij haver, klaver en rammenas, die de grond voeden, daarnaast nog wat biologische kippenmest. Zonder kunstmest heeft hij veel sterkere gewassen die bovendien minder ziektegevoelig zijn. Verder zorgt een uitgekiende vruchtwisseling voor een bodem die niet uitgeput raakt. Bloemenranden houden allerlei insecten weg, een doek over de spitskolen voorkomt dat vlinders hun eitjes leggen met rupsen als resultaat, er zijn slimme machines die ook tussen de plantjes het onkruid weg kunnen halen. De grond van een biologische buurman bevatte drie keer zoveel wormen als gangbare landbouwgrond, bovendien ook wormen die verticaal bewogen wat tegenwoordig zeldzaam is. Lichte machines en gps zorgen voor zo min mogelijk spoorvorming zodat de grond luchtig blijft en bij droogte de gewassen hun weg naar het grondwater vinden. Dankzij die gps kan hij ook de kievietsnesten markeren, want ja, die zitten daar, kievieten. Hij laat ons de sloot zien. Helemaal droog. Hij zou vol moeten staan, maar ten behoeve van de steeds zwaardere machines in de gangbare landbouw wordt het waterpeil extra laag gehouden. Omdat de groothandel en supermarkten grillig bleken, verkoopt hij zijn groenten nu al zo’n 25 jaar rechtstreeks aan consumenten. Een korte keten van zeer betrouwbare afnemers, een florerend bedrijf. Toen hij begon was twee procent van het landbouwareaal biologisch, ruim dertig jaar later is dat nog geen vier procent. Iedereen komt kijken, collega’s, de vorige staatssecretaris van Landbouw, iedereen is enthousiast, iedereen zegt het te willen, slechts een enkeling stapt uit het grote systeem. Hij snapt het niet.