Zon

De aarde draait om zichzelf, de maan draait om de aarde, de aarde draait al tollend rond de zon en het was op al die wolkenloze dagen handig om als mens ook een beetje mee te draaien. Dan profiteerde je 24 uur van de intense zon. ’s Nachts piepte die via het maanoppervlak en via de kier van het geopende raam op  mijn kussen. Ik legde mijn hoofd in het zonlicht en keek de ene nacht naar een stralende meloenschijf, de volgende nacht naar een halve pannenkoek met een beginnend buikje. Overdag was de zon zo krachtig dat ondanks de kou en de steeds sterkere verhalen over gevoelstemperaturen de verwarming pas in de loop van de middag aan hoefde. Als we maar aan de goede kant van het huis bleven én een beetje meedraaiden. ’s Ochtends werkte ik aan het bureau rechts, in de loop van de middag verhuisde ik naar het oude bureau links. Een paar keer deed ik zelfs mijn vest uit. ‘Zou al dat vuil niet op de ramen zitten,’ zei R, ‘dan zou het nog warmer zijn.’ Vanochtend kwam de loodgieter geen buitenkraantje aanleggen omdat het vroor. Hij begreep niet dat het in dat hoekje tegen die muur in de volle zon onmogelijk kon vriezen. R kon het niet langer aanzien en waste de ramen in het behaaglijke zonnetje. Het buitenleven kwam onmiddellijk scherper binnen, evenals de zon. Al werd het oog nu ook getrokken naar een vreemde aanslag ín het dubbele glas.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.