Waterstad

Er was veel te doen op het water. Gisteren zei de visboer: ‘De zaterdag van de Wereldhavendagen is voor mij een slechte dag. Altijd.’ Qua omzet dan, zelf keek hij niet ongelukkig. In Spakenburg was er volgens hem ook veel te doen, visserijdag, en hij kon het weten want vandaar vertrok hij iedere ochtend voor dag en dauw om hier de haringen schoon te maken, de vissen te ontdoen van graat en ingewanden en zijn enorme team van veelal jonge mensen tot na vijf uur ’s middags enthousiast te houden. De visserijdag vonden de Spakenburgers zelf ook leuk, boten in de havens, en zo. Dat andere evenement in de zomer, De Spakenburgse dagen, was voor de dagjesmensen, dan was het dorp een grote braderie, een kraampjesgebeuren, een vreetfestijn zoals je die overal hebt, daarop zag je geen Spakenburger, zei de visboer. De groenteboer was er een keer geweest. ‘Tjonge, niet normaal,’ was het de enige dat hij erover kon uitbrengen. Wij merkten niks van de Wereldhavendagen, wel was er deze zondag 010Swim Beach to Beach Challenge bij het strand van Nesselande. We wandelden rond de plas. De zandafgraving waarin in de begindagen dat we hier woonden altijd een zandzuiger lag, was nu een fantastisch natuur- en recreatiegebied, waarbij we de mazzel hadden aan de ‘oude’ kant te wonen, waar de boel nog niet verhipt was. De Baardmannetjes van omroep Max waren er ook geweest, en hadden er de blauwborst en het zeldzame woudaapje gespot. Nu was er op het strand bij de jongste wijk van onze stad, die bijna een stad op zich was, dus een tent met een geluidsinstallatie en vijftig of honderd mensen met gele badmutsen op die straks het water in zouden rennen en dan naar de overkant zouden zwemmen. Ik had er over gelezen in het krantje, had er een foto van gemaakt en die naar M gestuurd, met wie ik in dit water had gezwommen, aan de andere kant, en die zich had afgevraagd hoe ver het naar de overkant zou zijn. 1,75 kilometer dus. Ik keek nog even of ik hem tussen de gele badmutsen zag, hij houdt wel van prestaties die geboekstaafd worden. We liepen verder. We hoorden een scheepshoorn, het spektakel ging los. Er lagen drie groene boeien, er voeren boten mee, en mensen in grasgroene kano’s met grasgroene hesjes, border collies die de afdwalers aanspoorden meer naar links of naar rechts te koersen. Aan de andere kant, ‘mijn’ strand, stond ook een tent, daar konden de zwemmers een sportdrankje drinken, een sportkoek eten en dan weer terug voor de tweede helft. Voor wie had ingetekend op de 1,75 kilometer (‘een halve challenge’), kon hier zijn droge spullen vinden, aan alles was gedacht. Ik trok mijn kleren uit en liep het water in.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.