In dit huis nog twee klokken die een menselijke hand nodig hebben om bij de tijd te zijn: het magnetronklokje met zijn blauwe cijfers waarop ik altijd even kijk om te bepalen of ik zal rennen of wandelen naar de metro, en de wekkerradio met zijn steeds zwakkere rode cijfers. Die wekkerradio gebruik ik alleen nog om radio te luisteren, analoog, alleen radio 1 is nog fatsoenlijk te ontvangen. Bij het ingaan van de wintertijd heb ik niet meer de moeite genomen de cijfers van de wekkerradio te veranderen. De tijd haal ik van mijn telefoon. Het wordt vanzelf weer zomertijd bovendien. Ik bedacht me dat het een kwestie van tijd is voor iemand besluit dat we overal in de wereld dezelfde tijd gaan hanteren. Nul uur is nul uur. In Londen knippen mensen hun bedlampje uit, in New York haasten mensen zich nog van hun werk naar huis, in Jakarta staan mensen al weer op, in Auckland maken ze zich op voor de lunch. Allemaal om 0:00 uur. Verwacht niet een grote leider die dit afkondigt op wereldtelevisie, nee dit gaat via onze technologie, via onze beurzen, die gaan een standaard tijd hanteren, een taal en langzaam wordt die taal de taal van ons allemaal. Ik werd wakker, om half acht volgens de Engelsen, om half tien volgens mijn wekkerradio, en wat lees ik in de Volkskrant uit de mond van Ali Nikham (35), oprichter van onder meer Bunq: ‘Voor mij zijn grenzen, tijdzones en verschillende valuta alleen maar hinderlijk. Ik spreek mensen die op dat moment in New York zijn, of in Londen of Berlijn. Waarom moeten we steeds uitrekenen hoe laat het daar is? Als we overal dezelfde tijdzone aanhouden is dat veel makkelijker. Ook al betekent dat 8 uur voor de een lunch is en voor de ander het diner.’ Daar droomt Nikham toch niet ver genoeg. Zolang gemak en geld regeren, zal na de standaardisatie van de tijd de standaardisatie van onze activiteiten volgen.