Meetellen

cbsIk telde het eens op, de cijfers in het interview in De Volkskrant van 29 juni met de baas van het UWV Werkbedrijf (voorheen CWI, voorheen Arbeidsbureau): 833 duizend mensen in een of andere arbeidsongeschiktheidsuitkering, 150 duizend mensen in de Ziektewet, 446 duizend mensen met WW, 450 duizend mensen in de bijstand. Bijna een miljoen mensen ziek/arbeidsongeschikt, bijna 900 duizend werkloos. Oké, er zijn dubbelingen; er zijn mensen die werk en uitkering combineren: zo’n 23 procent volgens recent CBS-onderzoek naar de afstand tot de arbeidsmarkt van niet-werkenden. Maar dan nog. Er was ooit een premier die zei: ‘Nederland is ziek,’ die zou aftreden als de WAO voorbij de miljoen zou gaan. De politiek heeft gebogen, gesleuteld, de toegang moeilijker gemaakt, de uitkeringsduur verkort, de uitkeringshoogte verlaagd, de controle verscherpt, financiële risico’s naar individuele mensen en bedrijven verlegd. Maar het aantal mensen dat niet kan meedoen zoals de meesten graag willen – hun eigen geld verdienen, collega’s hebben, gewaardeerd worden, niet afhankelijk zijn van de luimen van opeenvolgende kabinetten en parlementen – verandert in de loop der jaren niet spectaculair. Kunnen we het ons als samenleving financieel veroorloven? Kennelijk. Ik zie geen paars aangelopen politici wild zwaaien met deze 1,9 miljoen. Dat is vreemd. Volgens het eerder genoemde CBS-onderzoek wil en kan de helft van de mensen met een uitkering werken. Van de mensen zonder uitkering en zonder betaald werk wil veertig procent werken. Frank Kalshoven las het CBS-onderzoek ook en concludeert in zijn Volkskrant-column van 18 juni: hoe langer de duur van de uitkering, des te hoger het percentage mensen dat aangeeft niet te kunnen werken, vanwege ziekte. Betekent meer werk minder (ervaren) ziekte? Dat zou winst zijn. Meer werken betekent ook een hoger inkomen, stelt Kalshoven, zowel voor het individu als voor het nationaal inkomen. Zegt het officiële werkloosheidscijfer iets over hoeveel mensen (meer) willen werken? Nee. Iedereen die minstens 1 uur werk heeft en naarstig op zoek is naar meer werk – om zonder uitkering te kunnen, om aan armoede te ontsnappen, gewoon, omdat iemand meer uren wil – telt weliswaar mee in de beroepsbevolking, maar niet in de werkloze/werkzoekende beroepsbevolking. Iedereen die nul uur werkt, geen uitkering heeft en wil werken, maar niet in de officiële cijfers als werkzoekende staat, telt niet mee. Wie weet hoe groot het verschil is tussen de hoeveelheid uren die Nederlanders met elkaar willen werken en feitelijk doen? Het verschil is: het ongerealiseerde deel van ons nationale inkomen. Het verschil is: mensen die niet meedoen, die niet meetellen, die daar misschien wel ziek van worden. Die reden hebben om boos te zijn en boos te stemmen.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.