Reis

turnerWe kwamen aan op spoor 21, een nieuw spoor, we renden naar spoor 8, geen tijd voor koffie of thee, maar gelukkig kwam er in de trein een jongen met zo’n rugzak vol heet water langs. Met de nog volle bekertjes stapten we tien minuten later alweer over, het was weekend, er werd overal gewerkt, daar hoort veel overstappen bij. De jongen met de heetwaterrugzak was ook overgestapt, maar we hadden nog. We bleven zitten tot de rails ophielden en liepen een minuut of tien stevig door de frisse ochtend, langs een kerk waar mensen uitkwamen, maar bij geen enkele deur een bordje hoe de kerk heette, wat hier precies gebeurde, wanneer, hoe laat. Het was nog voor elven, toch waren de deuren van het meest oostelijke Rijksmuseum al open en met de museumkaart liepen we zo naar de schilderijen. Ik wist niet dat Joseph Mallord William Turner voor Engeland is wat Rembrandt is voor Nederland. Toen de Napoleontische oorlogen voorbij waren kon Turner eindelijk op reis naar het Europese vasteland. In de eerste helft van de negentiende eeuw maakte hij zes reizen door Nederland. Ik bekeek de schetsen die hij in kleine boekjes maakte van Rotterdam. Thuis googlede ik de reisgids die Turner gebruikte: The Traveller’s Complete Guide through Belgium and Holland van Charles Campbell. Iemand had die hele gids – een stempel van de Koninklijke Bibliotheek voorin – bladzijde voor bladzijde op een scanner gelegd, zodat ik hem nu met een paar klikken op mijn beeldscherm had. ‘Rotterdam, is the second city in size, and perhaps the first for beauty in the United Provinces,’ schreef Campbell, en las Turner. Dat moest ik de verstokte Amsterdamse vrienden onder de neus wrijven. De beurs, het stadhuis, de grote kerk, de gebouwen van de VOC, de graftombes van de admiraals De Wit en Brakel en het standbeeld van Erasmus zijn de belangrijkste bezienswaardigheden. De winkels lopen met hun smalle hoge ramen en een vitrinekastje buiten met daarin de verkoopwaar vijftig jaar achter op Engeland. Het gedrukte bonnetje dat een bevoegd iemand Campbell aanreikt als hij de trekschuit neemt, ook al gaat het maar om ‘a penny a mile’, is voor hem een bewijs van de nauwgezetheid waarmee in deze stad zaken worden gedaan. Ooievaars paraderen zonder angst over de vismarkt. Volgens Campbell omdat ’the Dutch’ de ooievaar als hoeder van de republikeinse vrijheid beschouwen en hem daarom heilig hebben verklaard. Ruim driehonderd pagina’s tekst, een enkele tekening. Ik hoefde mijn kamer niet meer uit om met mijn hoofd vol beelden twee eeuwen terug door mijn stad en land te reizen.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.