Handen

groentemanEr is een nieuwe zaterdagmedewerker bij de groentevrienden. Twee weken geleden hielp ze mij voor het eerst, nu zal ze mij weer helpen. ‘Veel succes,’ zegt de groentedochter tegen de vrouw. De nieuwe reikt haar hand over de toonbank, in een reflex steek ik mijn hand ook uit, dan snap ik dat haar hand op weg is naar mijn nog lege boodschappentas. Heeft ze dat onthouden van die eerste keer? Ik neem mijn hand weer terug, geef haar de tas en schud haar dan alsnog de hand. ‘Zo,’ zegt de groentevriend, ‘zo ver ben ik nooit gekomen.’ Dan herinnert hij zich de dag waarop ik jarig was en herroept zijn woorden. Nu wil hij weten wanneer ik weer jarig ben. ‘Binnenkort toch?’ Hij hoopt dat het op een maandag is, dan kan hij op de koffie komen. Ik zeg dat ze ook zonder verjaardag welkom zijn. De groentedochter zegt: ‘Je zult raar opkijken als ik aanbel.’ Ik zeg dat ik in principe nergens raar van opkijk. Ze zegt dat ze zich geen voorstelling kan maken van hoe wij wonen, ze denkt dat onze muren van goud zijn. Ik verlaat de winkel met blauwe druiven, aardbeien, rode bessen, citroenen, iets ongezond lekkers voor R, allemaal keurig in de tas gelegd. Dat wordt wel wat met de nieuwe.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.