‘Wegens tijdelijk verbouwing shop gesloten.’ Ik stelde mij voor dat iemand de witte plakletters in vijf stroken had meegekregen en toen voor die winkelruit dacht: wat nu? Eerst verdwenen de kranten en tijdschriften en bolletjes wit en bruin brood, toen de automatten, openhaardhout en aanmaakblokken, daarna de stroopwafels, zakken chips en cola (er was een tijd dat Albert Heijn nog niet alle dagen open was en ik bij onverwacht bezoek op zondagmiddag hier stroopwafels en een fles Fanta kocht), vervolgens de ijsjes en de bloemen en tot slot ook de flessen ruitenvloeistof en motorolie. Vorige maand was alleen de benzineshopmevrouw nog over in haar glazen kooi omringd door pakjes sigaretten ‘roken is dodelijk’, kauwgom en klein snoepwaar (waar die tekst over tien jaar ook op zou staan). De benzinepompbezoeker teruggebracht tot zijn essentie. En nu was ook zij weg, zaten die letters op de ruit, stopten mensen hun bankpas in een betaalautomaat naast de pomp en was een man op een trapje bezig de glimmende reclameplint Argos Oil boven de wasstraat en de winkel weg te breken. Ik bekeek het lattenwerk dat tevoorschijn kwam, een allegaartje van houtrestanten.