Ik kauwde op wat Milan Kundera in zijn essay ‘De verguisde erfenis van Cervantes’ terminale paradoxen noemt. Een voorbeeld van zo’n paradox is: ‘de moderne tijd cultiveerde de droom van een mensheid die, verdeeld in verschillende van elkaar gescheiden beschavingen, ooit de eenheid zou vinden en daarmee de eeuwige rust. Vandaag de dag vormt de geschiedenis van de aarde eindelijk een ondeelbaar geheel, maar die zo lang gedroomde eenheid van de mensheid wordt gerealiseerd en verzekerd door de permanent rondwarende oorlog. De eenheid van de mens betekent: ontsnappen is onmogelijk geworden.’ Een tweede voorbeeld: ‘in de loop van de moderne tijd ondermijnde de cartesiaanse rede een voor een alle uit de middeleeuwen overgeërfde waarden. Maar op het moment van de totale overwinning van de rede maakt het zuiver irrationele (de kracht die alleen maar wil willen) zich meester van het wereldtoneel, omdat er geen enkel algemeen aanvaard waardesysteem meer is waardoor het kan worden tegengehouden.’ Kundera schreef dit essay ergens tussen 1979 en 1985 waarna het in 1986 in de bundel L’art du roman verscheen. Dertig jaar later, op de avond van de Dodenherdenking 2015, ben ik eerst opgewonden over de actualiteit van Kundera’s woorden, daarna vooral bedrukt.
Paradoxen
Voeg toe aan je favorieten: Permalink.